Licht en lenzen: Een diepgaande blik op de werking van lenzen en hoe ze licht buigen
1 / 23
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten zullen leren.
Wat weet je al over licht en lenzen?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Leg de basisprincipes van licht uit en introduceer de belangrijkste eigenschappen.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat breking van licht is en hoe het gebeurt bij lenzen.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf wat convex lenzen zijn en hoe ze worden gebruikt in de optica.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf wat concaaf lenzen zijn en waar ze voor worden gebruikt.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat de brandpuntsafstand is en wat het brandpunt betekent.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit hoe de vergroting van een beeld wordt berekend.
Slide 10 - Tekstslide
Introduceer de concepten van voorwerpsafstand en beeldafstand en leg uit waarom ze belangrijk zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Voer een interactief experiment uit waarbij studenten kunnen experimenteren met verschillende lenzen en de eigenschappen van licht kunnen onderzoeken.
Slide 12 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende toepassingen van lenzen en welke soorten lenzen in elk van deze toepassingen worden gebruikt.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit hoe lenzen kunnen worden gebruikt om oogproblemen te corrigeren.
Slide 14 - Tekstslide
Introduceer optische illusies en leg uit hoe ze worden veroorzaakt door de werking van lenzen.
Slide 15 - Tekstslide
Geef studenten een quiz om hun kennis over de lesstof te testen.
De brandpuntsafstand van een bolvormige lens heeft invloed op de werking.
Mee eens, een langere brandpuntsafstand vergroot de vergroting
Oneens, de werking blijft hetzelfde ongeacht de brandpuntsafstand
Het hangt af van het doel van de lens
Een kortere brandpuntsafstand is beter voor bepaalde afwijkingen
Er zijn effectievere manieren om de werking te beïnvloeden
Slide 16 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Uit hoeveel kleuren bestaat licht?
A
Licht bestaat uit 2 kleuren
B
Licht bestaat uit 5 kleuren
C
Licht bestaat uit 7 kleuren
D
Licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe worden de kleuren van licht genoemd?
A
De kleuren van licht worden ook wel het weer genoemd
B
De kleuren van licht worden ook wel het spectrum genoemd
C
De kleuren van licht worden ook wel het alfabet genoemd
D
De kleuren van licht worden ook wel de seizoenen genoemd
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een ultrawide lens?
A
Een lens met een korte brandpuntsafstand
B
Een lens met een lange brandpuntsafstand
C
Een lens met een smalle beeldhoek
D
Een lens met een brede beeldhoek
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk effect heeft een ultrawide lens op perspectief?
A
Het vergroot de afstand tussen voorgrond en achtergrond
B
Het maakt voorwerpen op de achtergrond groter
C
Het verkleint de afstand tussen voorgrond en achtergrond
D
Het maakt voorwerpen op de voorgrond groter
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
