Methodiek 2 laatste les: 2021 corona

• Methodiek 2
• MBO
• Studiejaar 1

Methodiek 2 - les 9

Laatste les!

Hoe was je (paas)weekend?

😒🙁😐🙂😃

Programma les 9

• Herhaling rapportage schrijven
• Objectief versus Subjectief 

vaak, mooi, irritant...
zijn voorbeelden
van subjectieve woorden,
welke ken je nog meer?

Voorbeelden van subjectieve woorden

Vaak, mooi, irritant, vervelend, altijd, grote, kleine, lang, saai, stom, leuk, gezellig, niet leuk, goed, aardig, grappig, overdreven, knap, lelijk, graag.

Waarom zijn dit subjectieve woorden? 

Geef structuur aan je tekst door een duidelijke indeling. Wat moet je niet doen?

1. Inleiding, kern en slot.
2. Gebruik alinea's
3. Maak lange zinnen.

Taalgebruik.
Als je voor ouders schrijft mag je vaktaal gebruiken.

Ja, dat kan.

Nee, vaktaal mag wel als je schrijft voor collega's.

Nee, vaktaal mag je nooit gebruiken.

Objectief observeren.

'Monique is agressief' is een interpretatie. Een observatie zou kunnen zijn:

1. Monique slaat Vera in het gezicht
2. Monique is vervelend

Aandachtspunten bij schriftelijk rapporteren 

(blz. 104)

• Objectief rapporteren.
• Is het gedrag duidelijk omschreven? Dus niet: was vervelend, maar schreeuwde X keer, huilde X keer.
• Schrijf met respect over de persoon die het onderwerp is van de rapportage. 
• Lees de tekst na en probeer daarbij in te schatten hoe de tekst op een ander kan overkomen.
• Stem de schrijfstijl en woordkeus af op de lezer.
• Zorg voor een logische opbouw: inleiding, kern, slot
• Schrijf in het correct en duidelijk Nederlands

Opdracht: Rapportage herschrijven

• Via break-outrooms gaan jullie de rapportage van Guus herschrijven. 
• Denk aan de aandachtspunten bij schriftelijk rapporteren en de lijst met subjectieve woorden (p.104).
• Opdracht vinden jullie in teams bij Methodiek 2. 
• Rapportage terugkoppelen in de les. 

Herschrijf rapportage

Herschrijf de volgende rapportage, het is een observatieverslag. Zorg dat dit duidelijk, leesbaar en objectief is. Je mag er zelf dingen bij verzinnen.

Wouter zit in het lokaal en is snel afgeleid. Hij luistert niet naar de uitleg van de juf en kijkt veel om zich heen. Hij vindt het meisje dat naast hem zit ook niet zo leuk en daarom werkt hij niet met haar samen. Wouter schrijft niet mee met de letters die de juf op het bord schrijft. Hij heeft er geen zin in en kan niet wachten tot de pauze is. In de pauze is hij ook een vervelende jongen. Hij pakt de hele tijd de bal af van Sam. De juf heeft hem al gevraagd of hij mee wil spelen, maar hij heeft hier geen zin in en loopt dan weg. Alleen spelen met Abdul ging goed, ze hebben samen een hut gemaakt en zijn daar in gaan zitten. Ze hebben in de hut waarschijnlijk gezellig zitten kletsen.

'In de pauze is hij ook een vervelende jongen'

Hoe hebben jullie deze zin herschreven?

Voorbeeld 

Afsluiting

• Toets woensdag 14 april  om 9:00 uur via teams 
• 60 minuten
• Observatieplan maken
  
• Rapportage maken
  
• Je mag je boek gebruiken 

Dit waren alle lessen van Methodiek periode 2. Dank & succes met de toets.
Geef een top en een tip. Wat vond je leerzaam/ nuttig en welke tip heb je voor methodiek docenten?