methodiek 2 les 8: herhaling observatieplan

Welkom!



Laatste les Methodiek
Voorbereiden op de toets 3 april
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!



Laatste les Methodiek
Voorbereiden op de toets 3 april

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Herhalen!
  • observatieplan: 7 stappen
  • observatiemethoden
  • objectief rapporteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt een kind gaan observeren.
Je schrijft eerst een plan.
Wat is stap 1?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: de aanleiding
 Van wie kwam met het idee om te observeren en waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 de aanleiding
Redenen zijn bijvoorbeeld:
  • Als je signalen opvangt dat er iets mis gaat 
  • Als je een vraag hebt hoe je moet handelen
  • Als er problemen zijn
  • Als je iemand beter wil leren kennen
  • Als je een verslag wil maken

In de aanleiding schrijf je precies waar de vraag vandaan komt, van wie en waarom.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: observatiedoel en vraagstelling
Wat is het doel van je observatie? 
Vraagstelling: op welke vraag moet de observatie antwoord geven?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een doel
Doel: kort en duidelijk. 

Wie je gaat observeren
Welk gedrag je gaat observeren
In welke situatie je gaat observeren

Bijvoorbeeld: na de observatie weet ik hoe vaak Ciska een ander kindje slaat. Ik observeer haar tijdens het speelkwartier buiten. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus Jade
Je hebt een (meisje) Jade van 4 jaar op de groep dat niet zo veel contact maakt met andere kinderen. Je wilt dit nader onderzoeken. Je maakt een observatieplan.
Wat zou je het observatiedoel kunnen zijn?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 Doel

ik wil weten met welke kinderen Jade contact maakt tijdens vrij spelmomenten. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: concreet gedrag
Schrijf alles op wat belangrijk lijkt. Schrijf waarneembaar gedrag op, feiten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel: ik wil weten met welke kinderen Jade contact maakt tijdens vrij spelmomenten.

Stap 3: welke concreet gedrag zou je allemaal kunnen gaan observeren?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: categorieën 
Kan je al het gedrag uit stap 3 in categorieën stoppen?

Bijvoorbeeld: motorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling etc.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5: Observatiemethode
Welke observatiemethode ga je gebruiken? 
(welke past het beste bij je doel)

Waarom kies je deze methode?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5: observatiemethode

Welke ken je?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6: plaats en tijd

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concreet gedrag
Plaats en tijd
Categorieen 
Aanleiding
Observatiedoel en vraagstelling
Observatiemethode
1
2
3
4
5
6

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Objectief rapporteren
Je signaleert iets en je wilt gaan observeren
Dan schrijf je een observatieplan
Je gaat observeren
> Dan schrijf je een rapportage

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In je rapportage geen subjectieve woorden.

Voorbeelden van subjectieve woorden:

Vaak, mooi, irritant, vervelend, altijd, grote, kleine, lang, saai, stom, leuk, gezellig, niet leuk, goed, aardig, grappig, overdreven, knap, lelijk, graag.

Waarom zijn dit subjectieve woorden? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief is dus
een interpretatie

Wat zie je hier?

Noem 1 feit
en 1 interpretatie

Slide 24 - Tekstslide

principe van nabijheid
principe van 
Hoe zat het ook alweer?  

'de jongen heeft chocola gestolen'

Is dat een observatie of interpretatie?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jongetje heeft chocola gepikt
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Keesje stoort de les'

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Daan lette niet goed op tijdens de les'

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Hanna was heel onrustig en had er geen zin in'

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Sofie is aan het klieren op het speelplein'

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Alex is vervelend en slaat Maxima steeds'

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit waren alle lessen methodiek. Was het fijn om de lesstof te herhalen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Succes!
  • Dit waren alle lessen van Methodiek periode 2. 
  • volgende week de toets: leren module 3
  • Bedenk een top en een tip voor de
    lessen methodiek 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit waren alle lessen van Methodiek periode 2.
Dank & succes met de toets.
Geef een top en een tip. Wat vond je leerzaam/ nuttig en welke tip heb je voor methodiek docenten?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies