Betrouwbaarheid bronnen

Bruikbaarheid van bronnen (betrouwbaarheid)

Wanneer kun je een bron vertrouwen?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bruikbaarheid van bronnen (betrouwbaarheid)

Wanneer kun je een bron vertrouwen?

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • Kun je aangeven of een bron betrouwbaar is of niet.  

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Uitleg
  • Korte opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Bronnen zijn niet altijd betrouwbaar?
Nee dat zijn ze niet. Elke soort bron, tekst of afbeelding, kan onjuiste informatie bevatten. De maker kan informatie hebben achtergehouden, hebben verdraaid of verkeerd hebben uitgelegd. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe weet je of een bron betrouwbaar is of niet?
Bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van bronnen moet je op vier dingen letten.

Slide 5 - Tekstslide

1. Kijk naar de persoon van de schrijver of maker: wie is hier aan het woord, of wie heeft deze afbeelding gemaakt?

Slide 6 - Tekstslide

2. De tijd waarin de bron gemaakt is: was de maker of schrijver een tijdgenoot, of leefde hij of zij in een (veel) latere tijd?
- Is dat een voor- of een nadeel in verband met de betrouwbaarheid? (Het is lang niet altijd zo dat bronnen uit een latere tijd minder betrouwbaar zijn dan die van tijdgenoten).
- Iemand kan een veldslag hebben meegemaakt (ooggetuige), maar kan er pas jaren later over schrijven. Het kan hierdoor zijn dat hij zich niet alles meer goed herinnert!
- Over het algemeen geldt dus: hoe minder tijd er zit tussen het maken van de bron en de gebeurtenis, des te betrouwbaarder is de bron

Slide 7 - Tekstslide

3. De informatie waarover de schrijver of maker kon beschikken
Was de schrijver of maker goed op de hoogte (bijvoorbeeld omdat hij deel uitmaakte van het koninklijk hof) of kon hij niet over heel goede informatie beschikken (bijvoorbeeld omdat hij ergens in een afgelegen streek woonde)?

Slide 8 - Tekstslide

4. De bedoeling waarmee de bron gemaakt is
Als iemand de bedoeling had een politiek propagandaverhaal te schrijven (bijvoorbeeld om zijn kiezers te overtuigen), wordt dat iets heel anders dan wanneer de schrijver als geheim agent van een regering een zo nauwkeurig mogelijk verslag wilde geven van een bepaalde situatie. De sleutelvraag is hier: had de schrijver redenen om de situatie anders voor te stellen dan ze werkelijk was?

 - Wil de maker je zo goed mogelijk informeren of doet hij expres informatie achterhouden of verdraaien om een bepaald doel te bereiken?
- Overdrijft hij of is hij zakelijk? Is hij partijdig of neutraal?
- Hoe zakelijker of onpartijdiger, des te betrouwbaarder de bron.

Slide 9 - Tekstslide

Tips!
1. Overheidsdocumenten (wetten/wetboek, huwelijks/bevolkingsregister etc.) zijn betrouwbare teksten, namelijk neutraal en zakelijk.
2. Een dagboek is minder betrouwbaar doordat er meningen in staan.
3. De mening van de schrijver is gekleurd, want is beïnvloed door een relatie met iemand. Voorbeeld: De mening / zienswijze / invalshoek van de schrijver is gekleurd vanwege zijn of haar achtergrond als … (onderwerp)


Slide 10 - Tekstslide

Korte opdracht!
Log in op LessonUp

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Een geschiedwetenschapper doet onderzoek naar Babylonische waarden en normen in de tijd van Hammoerabi. Zij concludeert dat de wetsartikelen bruikbare informatie bevatten voor haar onderzoek.
- Ondersteun deze conclusie met informatie uit de bron.

Slide 13 - Open vraag