Week 6 De wereld en ik V2A

Startklaar 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telefoon
  • De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie
  • Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing
  • De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen. 
  • Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro). 
  • Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.  
Startklaar 2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wereld en ik
Les 6

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning

- Terugblik 
- Lesdoelen
- Voorkennis 
- Uitleg 
- Aan de slag Expertopdracht
- Eindopdracht (10 min.)
- Afsluiting. 

Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

      Lesdoelen

- Jullie kennen de volgende feestdagen en herdenkingen: Diwali, Eid en Koningsdag

- Jullie kunnen uitleggen waarom deze dagen belangrijk zijn voor de gemeenschappen en culturen die ze vieren

- jullie weten wat de eindopdracht inhoudt.

Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Voorkennis: wat zijn waarden?

Slide 6 - Woordweb

2. Voorkennis activeren

Welke omschrijving van het begrip 'waarden' ken je? Kun je voorbeelden geven van waarden (bijv in jouw cultuur, op school, waarden van bekende politici).
 
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Feestdagen

Slide 7 - Tekstslide

Wat zien we? Kennen we de feestdag?
Schrijf op 

Feestdag: een speciale dag die gevierd wordt met
religieuze, culturele of historische redenen. 

Voorbeelden??




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feestdagen
Welke waarden en tradities zien wij terug in verschillende feestdagen?


Slide 9 - Tekstslide

Geef uitleg over hoe je waarden en tradities terugvindt in feestdagen zoals kerst of koningsdag
Feestdagen
Koningsdag ieder jaar op 28 april. 
De verjaardag van de Koning wordt gevierd. 
Iedereen is vrij van school en werk om mee te vieren, 
muziek te maken, eten/drinken en vrijmarkt. 
De Koning en zijn famile doen ook mee.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zien we? Kennen we de feestdag?
Divali

Overwinning van het goede op het kwade
''Lichtjesfeest"
Hoe wordt het gevierd? Lichten aansteken, geschenken en vuurwerk


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eid
Eid is een islamitische feestdag die het einde van de vastenmaand, de Ramadan, aangeeft. Het staat bekend als Eid al-Fitr en wordt gevierd met speciale gebeden, het geven van aalmoezen, het bereiden van feestelijke
maaltijden en het samenkomen met familie en vrienden


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op 
Feestdagen: 

- hebben een religieuze, culturele of historische achtergrond
- dragen waarden en tradities uit 
- versterken de banden tussen mensen 
- worden vaak in grote groepen (over de hele wereld) gevierd
- kunnen bijdragen aan respect en begrip voor anderen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een herdenking?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op 

Herdenking: een speciale gelegenheid dag (of moment) waarbij mensen samenkomen om te denken aan en te eren wat er in het verleden is gebeurd.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Feestdag
  • Herdenking
  • Diwali
  • Eid
  • Koningsdag

En de definities
  • Een speciale dag die gevierd wordt vanwege religieuze, culturele of historische redenen.
  • Een speciale gelegenheid waarbij mensen samenkomen om te denken aan en te eren wat er in het verleden is gebeurd.
  • Een hindoeïstisch feest van licht, waarbij mensen samenkomen om de overwinning van het goede te vieren.
  • Een islamitisch feest, waarbij mensen samenkomen na het einde van de vastenmaand Ramadan
  • Een Nederlands feest, waarbij mensen samenkomen om de verjaardag van de Koning te vieren. 

Slide 16 - Tekstslide

Leerlingen schrijven mee 
In 2-tallen - experts
- jullie krijgen een feestdag of herdenking
- jullie doen onderzoek en vullen de tabel in 
- 15 minuten, zachtjes fluisteren
- als echte experts gaan jullie de klas kort over jullie feestdag of herdenking vertellen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begripvraag 1: Wat zijn de drie (internationale) feestdagen en herdenkingen die je hebt geleerd?

Slide 18 - Open vraag

Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas. 
Begripvraag 2: Wat is de betekenis van Diwali en hoe wordt dit feest gevierd?

Slide 19 - Open vraag

Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas. 
Begripvraag 3: Waarom is Eid een belangrijke dag voor moslims en hoe wordt deze dag gevierd?


Slide 20 - Open vraag

Stel de vraag klassikaal en laat leerlingen zelfstandig een antwoord schrijven in hun schrift. Na het schrijven kun je willekeurig leerlingen aanwijzen die het mogen delen met de klas. 
Uitleg eindopdracht Wereld en ik! 
Eindopdracht: bronnenonderzoek ('bronnenwerkstuk'): verschillende informatiebronnen combineren.

Stappen:
1. Kiezen onderwerp. 
2. Schrijven hoofd- en deelvraag. 
3. Zoeken naar betrouwbare bronnen. 
4. Onderzoek schrijven.  

Slide 21 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 1: onderwerp kiezen
1. Culturele uitingen wereldwijd.
2. De 'Nederlandse' identiteit. 
3. Discriminatie en racisme.
4. Diversiteit en LGBTQ+.
5. Feestdagen.
6. Gewoontes en tradities.
7. Internationale machtsverhoudingen (tussen landen)
8. Migratie (heden of verleden) bijvoorbeeld uit Marokko of Suriname.
9. Recente internationale conflicten. 
10. Vrouwenemancipatie.

Slide 22 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren hoofd- en deelvragen
Een goede hoofdvraag:
- Is een vraag. 
- Bevat een onderwerp en wat je daar van wilt weten. 
- Begint met 'hoe', 'waarom' of 'welke'? (Kun je niet beantwoorden met ja of nee).
- Is niet te groot én niet te klein. 

Deelvragen = de kleinere vragen die je moet beantwoorden om antwoord te krijgen op je hoofdvraag.

Iedere deelvraag wordt een hoofdstuk in je onderzoek. 

Slide 23 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren hoofd- en deelvragen
Voorbeeld hoofd- en deelvragen:

Hoofdvraag: 'Waarom heeft de PVV de afgelopen jaren steeds meer stemmen gekregen?'

Deelvragen:
- Op wie hebben Nederlanders gestemd de afgelopen verkiezingen? 
- Wat zijn de politieke standpunten van de PVV?
- Welke redenen hadden Nederlanders om op de PVV te stemmen?

Slide 24 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 3: zoeken naar betrouwbare bronnen
Opdracht: zoek naar betrouwbare bronnen voor je onderzoek. 
- Belangrijk: jouw bronnen moeten jou helpen antwoord te geven op je hoofd- en deelvragen.
- Bij twijfel: raadpleeg je docent!

Huiswerk voor de volgende les: kies één van de drie onderwerpen + zoek minimaal drie betrouwbare bronnen voor jouw onderzoek.  

Slide 25 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeelden van betrouwbare bronnen?
Een lijst van voorbeelden van betrouwbare bronnen (offline/online):
- https://npokennis.nl/ 
- https://schooltv.nl/
- https://www.canonvannederland.nl/
- https://jeugdjournaal.nl/
- https://nos.nl
- https://hetklokhuis.nl
- Kwaliteitskranten als: Volkskrant, NRC, Trouw, Parool, enz.
- Informatieve boeken (non-fictie), bijv. uit een bibliotheek.
- Jouw roman van Nederlands. 
Betrouwbare bronnen: gebaseerd op feiten, informeren.
Betrouwbaarheid = kun je de info geloven, klopt het?

Slide 26 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 3: zoeken naar betrouwbare bronnen
Opdracht: zoek naar betrouwbare bronnen voor je onderzoek. 
- Belangrijk: jouw bronnen moeten jou helpen antwoord te geven op je hoofd- en deelvragen.
- Bij twijfel: raadpleeg je docent!

Huiswerk voor de volgende les: kies één van de drie onderwerpen + zoek minimaal drie betrouwbare bronnen voor jouw onderzoek. 

Meenemen naar volgende les, daar gaan we verder met formuleren van hoofdvraag- 
en deelvragen!!

Slide 27 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

      Lesdoelen
- Jullie kennen de volgende feestdagen en herdenkingen: Diwali, Eid, en Koningsdag.

- Jullie kunnen uitleggen waarom deze dagen belangrijk zijn voor de gemeenschappen en culturen die ze vieren

- jullie weten wat de eidopdracht inhoudt.

Slide 28 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Afsluiting

- Goed gewerkt, dank ook voor jullie expertbijdragen!

- Volgende week: je werkboekje meenemen +
    je onderwerp en 3 bronnen voor je eindopdracht! 
 
- Zijn er nog vragen?

Slide 29 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies