Les 3: vragen stellen

Communicatie: Vragen stellen
Voorbereiding Vragen stellen - zorgpad theorie
Verdieping Vragen stellen - opdrachten maken in zorgpad
Checking

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie: Vragen stellen
Voorbereiding Vragen stellen - zorgpad theorie
Verdieping Vragen stellen - opdrachten maken in zorgpad
Checking

Slide 1 - Tekstslide

Vragen stellen
Als zorgverlener moet je goede vragen kunnen stellen. Een goede vraag komt voort uit werkelijke belangstelling en sluit aan op de behoeften van de zorgvrager.


Slide 2 - Tekstslide

Vragen stellen
Er zijn drie soorten vragen:
  • Open vragen
  • Gesloten vragen
  • Suggestieve vragen

Om informatie te achterhalen kun je open of gesloten vragen inzetten.

Slide 3 - Tekstslide

Vragen stellen
Er zijn drie soorten vragen:
  • Open vragen
  • Gesloten vragen
  • Suggestieve vragen

Om informatie te achterhalen kun je open of gesloten vragen inzetten.

Slide 4 - Tekstslide

Geef 1 voorbeeld van een open vraag en 1 van een gesloten vraag

Slide 5 - Open vraag

Open vragen / gesloten vragen
  • Open vragen geven iemand alle ruimte om uitgebreide antwoorden te geven. Je stelt open vragen als je wilt dat iemand uit zichzelf meer vertelt.
  • Gesloten vragen nodigen niet uit tot het geven van uitgebreide antwoorden. Een ‘ja’ of ‘nee’ of een kort antwoord van de ander is voldoende om de informatie te krijgen die je graag wilt hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Suggestieve vragen
Er bestaat nog een soort vraag: de suggestieve vraag

Zo’n vraag kun je beter niet stellen. Suggestieve vragen gaan namelijk al uit van een bepaald antwoord. Een voorbeeld is: ‘Bent u niet uitgeslapen?’

Dit is niet prettig voor een zorgvrager, kan zorgen voor irritatie.

Slide 7 - Tekstslide

Doorvragen
Soms geeft een zorgvrager je niet genoeg informatie. Je wilt dan meer van hem weten. Hiervoor moet je doorvragen. Je stelt dan vragen als: ‘Kunt u daar wat meer over vertellen?’, ‘Hoe bedoelt u dat?’ of ‘Kunt u dat uitleggen?’

Toont interesse en verstevigd de zorgrelatie

Slide 8 - Tekstslide

Concretiseren
Concretiseren is een vorm van doorvragen. Om duidelijkheid te krijgen en misverstanden te voorkomen moet je ingaan op vage uitspraken van zorgvragers en doorvragen tot je duidelijke informatie hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Concretiseren
Voorbeelden van woorden die vragen om verduidelijking:

  • algemene aanduidingen zoals ‘het’ en ‘ze’
  • overdrijvingen zoals ‘alles’ en ‘iedereen’
  • vage aanduidingen zoals ‘soms’ en ‘eigenlijk’

Deze woorden kun je concreter maken door bijvoorbeeld te vragen: ‘Wat?’, ‘Wie?’ en ‘Wanneer?’



Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Aan een zorgvrager die een uitspraak doet over zijn klachten (verbale uiting) vraag je: ‘Wat bedoelt u met ...?’

Aan een zorgvrager die glimlacht terwijl ze haar verhaal vertelt (non-verbale uiting) vraag je: ‘U glimlachte toen u dat zei. Mag ik weten waarom?’


Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdracht in Canvas/zorgpad

Opleiding: MBO (KD 2020) VZ niveau 3; > Collectie: Zorg algemeen 3 VZ; > Thema: Communicatie in de zorg; >Leerpad 1: Communiceren: de basis; > 1.5: Vragen stellen
Lees en maak alle bijbehorende theorie en opdrachten
Klaar? > begin met 2B en 2C in canvas! Die zijn veel werk


Slide 12 - Tekstslide