persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt deelwoord (bijvoeglijk naamwoord).
Voor je een werkwoord spelt, moet je weten wat voor werkwoord het is.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling
persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt deelwoord (bijvoeglijk naamwoord).
Voor je een werkwoord spelt, moet je weten wat voor werkwoord het is.
Slide 1 - Tekstslide
Wij beantwoordden de vragen erg goed. beantwoordde is een
A
vd
B
pvtt
C
pvvt
D
bn
Slide 2 - Quizvraag
Lachend loopt de man naar huis. Lachend is een:
A
vd
B
pvtt
C
bn
D
od
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
00:11
Welke fout zie je?
Slide 5 - Open vraag
00:17
Welke fout zie je?
Slide 6 - Open vraag
02:01
Maak het schema af:
Ik....
jij.....
hij/zij/het/u
jij....
wij
stam + t
stam + t
heel ww
stam
Slide 7 - Sleepvraag
02:21
Welke werkwoorden zijn pv en welke zijn geen pv?
Slide 8 - Open vraag
04:10
Wat voor werkwoord is 'voorspeld'?
A
pv
B
vd
C
od
D
bn
Slide 9 - Quizvraag
04:48
Wat voor een werkwoord is 'verloten'? Hij zou drie kaartjes voor dat festival verloten.
A
pv
B
vd
C
infinitief
D
bn
Slide 10 - Quizvraag
04:48
Wat voor een werkwoord is 'verlote'? Ik heb de verlote kaartjes voor dat festival gewonnen.
A
pv
B
vd
C
od
D
bn
Slide 11 - Quizvraag
06:53
Welke woorden vormen de juiste spelling? Thijs is verbaast/verbaasd dat zijn moeder het verwachte/verwachtte pakketje, dat de postbode net heeft bezorgt/bezorgd, niet betaalt/betaald.
Slide 12 - Open vraag
Oefenen
Ga naar it's learning - Nederlands - Planner - werkwoordspelling
Maak de opdrachten. Klaar?
Ruim je laptop op en haal nieuwe opdrachten bij de docent.