H5 brug 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

H5 brug 1

Wat weet je nog?

1. Je weet wat voor soorten water er zijn en waar deze voorkomen.
   
2. Je begrijpt hoe de waterkringloop werkt.
   
3. Je begrijpt hoe de waterbalans per gebied verschilt en wat daarvan gevolgen zijn.

Waar gaat thema water over denk jij?

Hoe werkt de waterkringloop?

Hoog in de bergen valt er sneeuw. Deze dikke pakken sneeuw vormen een gletsjer.

Een gletsjes stroomt heel langzaam naar beneden en smelt als het opwarmt. Hierdoor ontstaat een gletsjerrivier. 

Het water in deze rivier is dus ook ijskoud!

Al de neerslag die boven land valt komt samen in een rivieren en in meren. Dit water is zichtbaar en noem je oppervlakte water.

De rivieren die bestaan uit regenwater noem je regenrivieren. 

Er wordt ook een deel van de neerslag opgenomen in de bodem. Het opnemen van neerslag in de bodem noem je infiltratie.

Als het water in de grond is opgenomen noem je het grondwater. 

Het grondwater stroomt ook langzaam terug naar de zee.

In de midden- en benendenloop komen de regenrivier en gletsjerrivier samen. 

Deze rivieren vormen nu samen een gemengde rivier.

Waterkringloop

Soorten water

• Grondwater
• Oppervlakte water
• Brak water

Soorten water

Grondwater: 

• onzichtbaar
• zit in openingen van zand- en kleideeltjes

Soorten water

 Oppervlaktewater:

• zichtbaar
• sloten, kanalen, rivieren,   meren, zeeën

Oppvervlaktewater

Oppervlaktewater= rivieren, meren etc. Dat water moet eerst heel goed gezuiverd voordat het gebruikt wordt als drinkwater

Zoet, zout en brak water

Brak water = zoet en zout water gemengd

Zoet water =  licht
Zout water = zwaar

Waarom kan brak water niet gebruikt worden als irrigratiewater?

WATERBALANS

In een waterbalans kan je zien hoeveel water er binnen komt en hoeveel water er weer uit gaat

Waterbalans

WATERBALANS

Nuttige neerslag is de hoeveelheid neerslag min de verdamping. 

In de zomer is dus minder nuttige neerslag dan in de winter. 

Nuttige neerslag