Argumentatieschema's

Argumentatieschema's
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Argumentatieschema's

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
De schrijver of spreker gaat ervan uit dat de gebeurtenis een bepaald gevolg zal hebben.
Hij wijst op een of meer gevolgen om waarschijnlijkheid te onderbouwen.
Voorbeeld:
- Overgewicht wordt vooral veroorzaakt door te weinig beweging (oorzaak en argument).
- Wij verkopen daarom in de kantine alleen nog maar gezonde voeding (gevolg en standpunt).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatie op basis van een vergelijking
De schrijver of spreker maakt een vergelijking tussen twee situaties; op grond van wat in de ene situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is, onderbouwt hij een standpunt over wat in de andere situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is.
Voorbeeld:
We gaan weer naar hotel Bethlehem in Maastricht. De vorige keer was het daar ook goed.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Argumentatie op basis van voorbeelden
De schrijver of spreker ondersteunt zijn standpunt met voorbeelden.
Voorbeeld:
Je hebt er niets aan om met hem af te spreken.
Vandaag was hij er om 10:15 uur nog niet en ben ik weggegaan, want vorige keer was hij de afspraak vergeten.
Toen we laatst samen naar huis zouden gaan, heb ik ook tevergeefs op hem staan wachten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De redenering op basis van voor- en nadelen
De schrijver of spreker geeft voor- en/of nadelen van een voorgestelde actie.
Hij zal proberen zijn standpunt kracht bij te zetten door voordelen te noemen en nadelen te ontkrachten.
Voorbeeld:
Zorgen voor een zieke, gehandicapte of oudere in de omgeving is een mooie en nuttige taak, maar kan ook ingrijpend zijn en veel van iemand vragen.
Het is vaak lastig meteen te overzien wat er allemaal bij de verzorging komt kijken.
Het feit dat ik veel voor een ander kan betekenen, gaf bij mij toch de doorslag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
De schrijver of spreker noemt een kenmerk of eigenschap van een persoon, object of verschijnsel. Dit kenmerk of deze eigenschap ondersteunt het standpunt.
Voorbeeld:
Je moet handschoenen gebruiken als je een anti-kalkmiddel gebruikt bij het schoonmaken. Deze middelen zijn slecht voor je nagels. Ze kunnen er zelfs door oplossen (eigenschap).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Argumentatie op basis van een autoriteit
De schrijver of spreker beroept zich op een uitspraak van een deskundige en betrouwbare bron om een standpunt te onderbouwen.
Voorbeeld:
De nieuwe roman van Tommy Wieringa is een grootse roman die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het vuurwerkverbod is fijn, omdat de hulpverleners ontlast worden tijdens de jaarwisseling. Toch missen veel mensen nu het plezier van vuurwerk afsteken. Ook missen vuurwerkverkopers inkomsten.
A
op basis van kenmerken
B
op basis van voor- en nadelen
C
op basis van autoriteit
D
op basis van vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Voor- en nadelen afwegen
Voordeel: de hulpverleners worden ontlast (zorg, brandweer en politie)
Nadelen: geen plezier van vuurwerk afsteken en geen inkomsten voor vuurwerkverkopers

Slide 16 - Tekstslide

Amsterdam trekt jaarlijks veel toeristen vanwege zijn beroemde musea. Rijks Museum, Anne Frankhuis en Van Goghmuseum zijn goed voor bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.
A
op basis van autoriteit
B
op basis van getallen
C
op basis van kenmerken
D
op basis van voorbeelden

Slide 17 - Quizvraag

Voorbeelden
Er stonden drie voorbeelden in de redenering die voor veel bezoekers (waaronder veel toeristen) zorgen.
Dit was op basis van een getal: dat klopt! Getal bij voorbeeld 1 (2,2 miljoen), getal bij voorbeeld 2 (1,3 miljoen) en getal bij voorbeeld 3 (2,1 miljoen).

Slide 18 - Tekstslide

Alcohol in het verkeer moet helemaal verboden worden. Er gebeuren immers veel ongelukken.

Welk soort argumentatie is dit?
A
Oorzaak-gevolg
B
Voor- en nadelen
C
Voorbeelden
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 19 - Quizvraag

Op de gangen moet je een mondkapje dragen. Dat adviseert het RIVM.
A
Voorbeeld
B
Voor- en nadelen
C
Autoriteit
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 20 - Quizvraag

Die argumentatietoets was te moeilijk. Merel had een onvoldoende.
A
Kenmerk/eigenschap
B
Voor- en nadelen
C
Autoriteit
D
Voorbeeld

Slide 21 - Quizvraag

Mijn docent Duits is zo'n lieve docent. Ze ruikt altijd naar suikerspin.
A
Voorbeelden
B
Kenmerk/eigenschap
C
Voor- en nadelen
D
Autoriteit

Slide 22 - Quizvraag

De juf kijkt onze toets vast niet snel na. Ze is erg druk met haar verhuizing.
A
Autoriteit
B
Voorbeelden
C
Oorzaak-gevolg
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 23 - Quizvraag

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs niet de gewenste loonsverhoging zullen krijgen, want de leraren op de middelbare scholen kregen het ook niet.
A
Oorzaak en gevolg
B
Kenmerk of eigenschap
C
Basis van vergelijking
D
Voor- en nadelen

Slide 24 - Quizvraag

Volgens de Raad van Huisartsen is het onnodig om elke dag je temperatuur te meten als je geen verkoudheidsverschijnselen hebt.



A
Autoriteit
B
Oorzaak en gevolg
C
Vergelijking
D
Voorbeelden

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag
Oefenexamen

Slide 26 - Tekstslide