2 mavo, week 10

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ging het SO van vorige week?

Slide 2 - Woordweb

Hoe geef je bezit aan in het Engels?

Slide 3 - Woordweb

Peter
Dog

Slide 4 - Tekstslide

Hoe geef je aan dat dit de hond van Peter is? Geef de Engelse vertaling:

Slide 5 - Open vraag




Today's grammar lesson:
- Bezit
- Aanwijzende voornaamwoorden





  • Take notes!
  • Ask questions if things remain unclear!

Slide 6 - Tekstslide

Bezit aangeven
  • 's 
           Gebruik je bij personen, dieren of meervoud dat niet op een -s eindigt
  • '
           Gebruik je bij meervoud dat op een -s eindigt
  • of 
           Gebruik je bij dingen, plaatsen en landen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
  • 's
          Lucie's pen, the horse's tail, the children's room
  • '
          The boys' playroom, The ladies' bathroom
  • of 
           The window of the shop, London is the capital city of England

Slide 8 - Tekstslide

(my brother) bike
A
the bike of my brother
B
my brothers' bike
C
my brother's bike
D
my brothers's bike

Slide 9 - Quizvraag

(room) window
A
the room's window
B
the window of the room
C
the rooms' window
D
the rooms's window

Slide 10 - Quizvraag

(Mr Johnson) car
A
the car of Mr Johnson
B
Mr Johnsons' car
C
Mr Johnson' car
D
Mr Johnson's car

Slide 11 - Quizvraag

(girls) bedroom
A
The girls' bedroom
B
The girl's bedroom
C
The bedroom of the girls
D
The girls's bedroom

Slide 12 - Quizvraag

Aanwijzende voornaamwoorden
  • demonstrative pronouns

 

Dichtbij
Ver weg
Enkelvoud
This
That
Meervoud
These
Those

Slide 13 - Tekstslide

Look at ____ newspaper here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 14 - Quizvraag

_____ rock over there is very heavy.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 15 - Quizvraag

___ sandwiches here are so much better than ___ sandwiches they sell at the subway.
A
These, those
B
Those, these
C
These, these
D
Those, those

Slide 16 - Quizvraag

''Ik begrijp nu hoe ik het bezit moet aangeven in het Engels en welke vorm ik wanneer moet gebruiken.''

Slide 17 - Poll

''Ik begrijp nu hoe ik de aanwijzende voornaamwoorden kan gebruiken in het Engels.''

Slide 18 - Poll

Time left?
  • revise the irregular verbs part II

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide