Paragraaf 6.4: Rekenen met letters theorie c (gelijksoortige termen)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kwadraten en wortels

5

Planning

• Herhaling rekenen met letters (product)
• Uitleg rekenen met letters (gelijksoortige producten)
• Spel: Juist of onjuist?
• Zelfstandig aan het werk

Leerdoel

Aan het eind van deze les kunnen jullie:

Rekenen met letters

 Rekenen met letters

3+3+3+3=4⋅3

x+x+x+x=4⋅x=4x

Een som schrijven als een product

a+a=2⋅a=2a

a+a+a+a+a=5⋅a=5a

Rekenen met letters

2⋅a=

2a⋅3a=

2a⋅3b=

Gelijksoortige termen

• Termen zijn gelijksoortig als ze dezelfde letter(s) achter een getal hebben staan
• 5a + 2a
• 5a + 2b

Uitleg gelijksoortige termen

Gelijksoortige termen kunnen we bij elkaar nemen

 

Gelijksoortige termen

Geen gelijksoortige termen

2p+10p

7a+3b

ab+3ab

7q+7p

Uitleg gelijksoortige termen

Welke sommen hebben gelijksoortige termen?

• 2p + 10p
• 7a + 3b
• ab + 3ab
  

Uitleg gelijksoortige termen

Gelijksoortige termen kunnen we bij elkaar nemen

Uitleg gelijksoortige termen

• 10a + 9a =
• 21q + 4p =
• 2ab + 3ab =
• 2ab + 3ac =
• 
  
• 
  

4z⋅3p=

2a⋅3a=

Rekenen met letters

2ab+3ab+ac=

8c+c=

p+3=

Spel: juist of onjuist?

• Schrijf bij elke som op, of die juist of onjuist is.
• Als die onjuist is, zet dan ook het goede antwoord erbij 

Aan de slag!

Huiswerk

Paragraaf 6.4 (blz. 28): 55, 57, L8, 60 t/m 63

Huiswerk is voor woensdag 26 maart

Klaar? Nakijken