1. Eén leerling pak een kaartje en leest de stelling / de vraag voor.
2. Iedereen neemt even de tijd om na te denken over een antwoord
3. Jullie gaan discussieren. Denk erom dat iedereen zijn / haar mening geeft.
4. Als jullie zijn uitgepraat pak iemand een nieuw kaartje van de stapel.