havo 3 22-11-2021

Economie
22-11-2021
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Economie
22-11-2021

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- hoe zien de komende 2 weken eruit?
- herhaling van wat lesstof uit hoofdstuk 2
- bezig met herhalingsopdracht
- huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Vraaglijn
De vraaglijn geeft de betalingsbereidheid weer. Hoeveel zijn we met z'n bereid te betalen voor een product. De betalingsbereidheid is per persoon verschillend.
Afhankelijk van bijv:
- inkomen
- voorkeuren
- omgevingsinvloeden

Slide 3 - Tekstslide

Wat kan een oorzaak zijn van verschuiving van de vraaglijn?
A
De prijs van het product zelf is gestegen
B
Het inkomen van de consument is gestegen.
C
Een concurrerend product is goedkoper geworden.
D
De kosten van de producent zijn gedaald.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe oplossen?
- Wat voor verandering heeft er plaats gevonden (in vorige slide)
--> de vraaglijn is naar rechts verschoven
- Wat betekent deze verandering?
--> naar rechts betekent meer, dus er is meer vraag gekomen / de betalingsbereidheid is gestegen
- Hoe kan het dat we bereid zijn om meer voor het product te betalen?
--> dan blijft alleen antwoord B over, we hebben een hoger inkomen

Slide 5 - Tekstslide

Bakker Verdiest bakt en verkoopt dagelijks brood. Noem een voorbeeld van vaste kosten voor een bakker.

Slide 6 - Open vraag

Bakker Verdiest bakt en verkoopt dagelijks 400 broden met een verkoopprijs van €2,- per brod. De variabele kosten zijn €0,22 per brood de vaste kosten zijn €140 per dag.
Bereken de omzet per dag van bakker Verdiest.

Slide 7 - Open vraag

Bakker Verdiest bakt en verkoopt dagelijks 400 broden met een verkoopprijs van €2,- per brod. De variabele kosten zijn €0,22 per brood de vaste kosten zijn €140 per dag.
Wat is de kostprijs per brood?

Slide 8 - Open vraag

Bakker Verdiest bakt en verkoopt dagelijks 400 broden met een verkoopprijs van €2,- per brod. De variabele kosten zijn €0,22 per brood de vaste kosten zijn €140 per dag.
Wat is de juiste TK functie?
A
TK = 0,22 + 140
B
TK = 0,22q + 140
C
TK = 0,22 + 140q
D
TK = 140,22q

Slide 9 - Quizvraag

meer oefenen?
Vond je dit lastige vragen?
Kijk dan nog eens naar paragraaf 2 opdracht 7, 8 en 9 

Slide 10 - Tekstslide

Bakker Verdiest bakt en verkoopt dagelijks 400 broden met een verkoopprijs van €2,- per brod. De variabele kosten zijn €0,22 per brood de vaste kosten zijn €140 per dag.
De rode lijn begint niet in de oorsprong. Wat voor getal moet er bij de start van de rode lijn staan?

Slide 11 - Open vraag

Wat is er in het kruispunt (aangegeven met gestippelde lijn) aan de hand?

Slide 12 - Open vraag

Bespreken 
paragraaf 3 opdracht 10

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
paragraaf 6 opdracht 6 t/m 10 +  oefenen voor de toets opdracht 2 (start op blz 71)
Vind je dit lastig? Maak dan ook van paragraaf 6 opdracht 1 t/m 5

Slide 14 - Tekstslide