Anatomie Osteologie

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieBeroepsopleiding

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het bewegingsapparaat
Het bewegingsapparaat bestaat uit:
  • Spieren
  • Pezen
  • Botten

Drie groepen botten:
  • Lange & korte
  • Onregelmatige
  • Platte beenderen
Verschillende functies skelet:
  • Bescherming
  • Vorm en steun
  • Aanhechting spieren
  • Gewrichten vormen
  • Reservoir mineralen
  • Vorming bloedcellen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Periost
Periost is het beenvlies. Dit is een bindweefseljas vergroied met de compacta. Hierin zitten bijvoorbeeld de vrije zenuwuiteinde (daar voel je dus pijn)

Ook ontstaat vanuit het perioste de breedte groei van het bot
Bloedvaatje
Via het periost gaan verschillende bloedvaten onze botten door om zo bij het rode beenmerg te komen.
Mergholte
De mergholte komt voor bij pijpbeenderen en dit is een holle structuur in de pijp (diafyse) van het botstuk. Deze is vaak gevuld met het gele beenmerg (vet).
Epyfisyair schijf
In dit plaatje gaat het om een verbeending van de epyfisairschijf. Hier zat vroagâh een (hyalien)kraakbeenschijfje waardoor onze botten in lengte kunnen groeien.
Hyalien Kraakbeen
Dit is het gewrichtskraakbeen. Dit is een glad, haast glazuurachtige vorm van kraakbeen. Erg goed bestendig tegen wrijving en drukkrachten en zorgt er voor dat onze gewirchten soepel kunnen bewegen.

Dragende gewrichten zoals, heup en knie en hebben een dikkere laag dan bijvoorbeeld de schouder.
Spongiosa
Een Sponsachtige structuur... Om ruimte te maken, gewichtsbesparing, stevigheid en opslag van het rode beenmerg.

De beenbalkjes liggen hier wat verder uit elkaar en maken gebruik van een stevige boogjes structuur
Compacta
Een zeer compacte laag van botcellen. Er is hier weinig tussen ruimte en daardoor lijkt het bot dicht van structuur.

Slide 7 - Tekstslide

!Skelet invullen!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Scapula (dorsaal)
Scapula (ventraal)
Acromion
Spina scapula
InfraSPINAtus
SupraSPINAtus
Pr. coracoideus
Het ravenbekuitsteeksel
Cavitas glenoidale
Noemen we ook wel het glenoid.

Cavitas = Cavum --> Kom

Kop & Kom = Caput & Cavum

Slide 18 - Tekstslide

Een tuberkel (Latijn: tuberculum) is een uitsteeksel, knobbeltje, zwelling of wratachtige vergroeiing op de botten,

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Epicondylus medialis
Epicondylus lateralis
Tuberculum major

Slide 23 - Sleepvraag

Bekken regio

Pelvis

Slide 24 - Tekstslide

Os ilium
Darmbeen
Os pubis = Schaambeen
Os ischii
Zitbeen
Acetabulum
Symfyse = schaambeenvoeg
Os cocsygis = staartbeen

Slide 25 - Tekstslide

S.I.A.S
Spina Iliaca Anterior Superior
S.I.A.I.
Spina Iliaca Anterior Inferior
Crista Iliaca
Bekkenrand

Slide 26 - Tekstslide

Trochanter major
De grote rolheuvel
Trochanter minor
De kleine rolheuvel
Condylus medialis
De knobbel aan de binnenzijde.

In zijn volledigheid de condylus medialis femoris
Condylus lateralis
De knobbel aan de buitenzijnde

Condylus lateralis femoris

Slide 27 - Tekstslide

Hoe heet de kop van het botstuk hiernaast?
A
Caput Humeri
B
Caput Radii
C
Caput Femoris
D
Caput Brevis

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet de grote 'knobbel' hiernaast?
A
Tuberculum major
B
Tuberculum minor
C
Trochanter minor
D
Trochanter major

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de Latijnse naam van voet?
A
Manus
B
Cruris
C
Pedis
D
Brachii

Slide 34 - Quizvraag

Achterzijde
Voorzijde

Slide 35 - Tekstslide