In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 180 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke begrippen ken je nog?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Periost
Periost is het beenvlies. Dit is een bindweefseljas vergroied met de compacta. Hierin zitten bijvoorbeeld de vrije zenuwuiteinde (daar voel je dus pijn)
Ook ontstaat vanuit het perioste de breedte groei van het bot
Bloedvaatje
Via het periost gaan verschillende bloedvaten onze botten door om zo bij het rode beenmerg te komen.
Mergholte
De mergholte komt voor bij pijpbeenderen en dit is een holle structuur in de pijp (diafyse) van het botstuk. Deze is vaak gevuld met het gele beenmerg (vet).
Epyfisyair schijf
In dit plaatje gaat het om een verbeending van de epyfisairschijf. Hier zat vroagâh een (hyalien)kraakbeenschijfje waardoor onze botten in lengte kunnen groeien.
Hyalien Kraakbeen
Dit is het gewrichtskraakbeen. Dit is een glad, haast glazuurachtige vorm van kraakbeen. Erg goed bestendig tegen wrijving en drukkrachten en zorgt er voor dat onze gewirchten soepel kunnen bewegen.
Dragende gewrichten zoals, heup en knie en hebben een dikkere laag dan bijvoorbeeld de schouder.
Spongiosa
Een Sponsachtige structuur... Om ruimte te maken, gewichtsbesparing, stevigheid en opslag van het rode beenmerg.
De beenbalkjes liggen hier wat verder uit elkaar en maken gebruik van een stevige boogjes structuur
Compacta
Een zeer compacte laag van botcellen. Er is hier weinig tussen ruimte en daardoor lijkt het bot dicht van structuur.
Slide 7 - Tekstslide
Skelet
!Pak je proefblaadje erbij!
Slide 8 - Tekstslide
Wat is nummer 12?
A
Os Ilium
B
Os Pubis
C
Os Isschii
D
Pelvis
Slide 9 - Quizvraag
Wat is nummer 5?
A
Humerus
B
Clavicula
C
Scapula
D
Femur
Slide 10 - Quizvraag
Wat is kuitbeen?
A
Tibia
B
Fibula
C
Kuitbenus
D
Patella
Slide 11 - Quizvraag
Wat is nummer 13?
A
Spaakbeen
B
Femur
C
Manus
D
Ellepijp
Slide 12 - Quizvraag
Wat is cranium?
A
Hoofd
B
Kop
C
Schedel
D
Knieschijf
Slide 13 - Quizvraag
Wat is nummer 8?
A
Humerus
B
Femur
C
Manus
D
Pedis
Slide 14 - Quizvraag
Wat is scheenbeen?
Slide 15 - Open vraag
Herkenning van het Bot
Wat voor type bot is dit? (Bijvoorbeeld: pijpbeen, platte beenderen, onregelmatig bot)
Hoe kun je zien of dit bot hoort bij het boven- of onderlichaam?
Oriëntatie Links/Rechts
Is dit een bot van de linker- of rechterkant van het lichaam? Hoe kun je dat zien? (Denk aan specifieke kenmerken, zoals vorm of positie van uitsteeksels)
Identificatie van Apofyses en Uitsteeksels
Welke apofyse(s) herken je op dit bot?
Wat is de naam van deze apofyse, en wat is het doel ervan? (Benoem bijvoorbeeld of het een aanhechtingspunt is voor spieren of ligamenten)
Waarom denk je dat deze apofyse of dit uitsteeksel deze specifieke vorm heeft?
Anatomische Aanpassingen
Welke kenmerken of vormen aan dit bot zijn uniek voor de functie van dit lichaamsdeel? (Denk aan de grootte van het gewrichtsoppervlak of aanwezigheid van groeven en inkepingen) Hoe helpt de structuur van dit bot bij zijn functie? (Bijvoorbeeld: de dikte voor gewichtsondersteuning, of holtes voor bescherming van zenuwen of bloedvaten)
Relaties met Andere Structuren
Met welke andere botten articuleert dit bot, en hoe kun je dat zien?
Wat zou er gebeuren als dit bot beschadigd of vervormd zou zijn? Welke bewegingen of functies zouden worden beïnvloed?
Evolutionaire Functie (Optioneel)
Waarom denk je dat dit bot deze specifieke vorm heeft ontwikkeld?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Hoeveel paar ware ribben hebben wij?
A
12
B
2
C
7
D
10
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Scapula (dorsaal)
Scapula (ventraal)
Acromion
Spina scapula
InfraSPINAtus
SupraSPINAtus
Pr. coracoideus
Het ravenbekuitsteeksel
Cavitas glenoidale
Noemen we ook wel het glenoid.
Cavitas = Cavum --> Kom
Kop & Kom = Caput & Cavum
Slide 27 - Tekstslide
Op welk vlak kijk je hier?
A
Frontaal vlak
B
Sagittaal vlak
C
Transversaal vlak
D
Longitudinaal vlak
Slide 28 - Quizvraag
Een tuberkel (Latijn: tuberculum) is een uitsteeksel, knobbeltje, zwelling of wratachtige vergroeiing op de botten,