Blok 1 Energie en grondstoffen

Les 1:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • Uitleg: Hoe gaan we werken
  • Uitleg: ‘Hout, turf en steenkool', 'Veengebieden', ‘Stoommachines'
  • Aan de slag! 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 210 min

Onderdelen in deze les

Les 1:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • Uitleg: Hoe gaan we werken
  • Uitleg: ‘Hout, turf en steenkool', 'Veengebieden', ‘Stoommachines'
  • Aan de slag! 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe werken we deze deeltaak?
Deze deeltaak maken we een toets voor thema 9 + een topotoets van Europa. 

Je kiest je eigen weg om je voor te bereiden. 
  • In de planner staan bij ieder blok de keuzemogelijkheden.
  • Achter iedere keuze staat het te verdienen puntenaantal.
  • Om af te tekenen moet je minimaal 24 punten verdienen. 
Iedere les:
  • Blok uitleg
  • Blok stil werken
  • Blok samen werken
  • Aftekenmogelijkheid


 
 




  
Schrijf je huiswerk in het bovenste deel van je agenda op. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen van deze les?

  • Je kan uitleggen waarom in Nederland turf als brandstof gebruikt werd.
  • Je kan uitleggen wat fossiele brandstoffen zijn.
  • Je kan uitleggen hoe de Weerribben zijn ontstaan.
  • Je kan verklaren waarom de stoommachine voor grote veranderingen gezorgd heeft.  

Slide 3 - Tekstslide

Jij hebt vandaag al gebruik van energie en grondstoffen. Bedenk 5 voorbeelden waarvoor jij dit vandaag al hebt gebruikt.

Slide 4 - Woordweb

Waar gaan we het over hebben?
- Wat is energie?
- Waarom gebruiken we energie?
- Waar hebben we energie voor nodig?

- Wat zijn grondstoffen?
- Waarom gebruiken we grondstoffen?
- Waarvoor hebben we grondstoffen nodig?

Slide 5 - Tekstslide

Energie en grondstoffen van vroeger naar nu
prehistorie                                          2020

Slide 6 - Tekstslide

Noem twee verschillen tussen het koken van toen en nu.

Slide 7 - Woordweb

Noem een voorbeeld van energie

Slide 8 - Woordweb

Begrip: Energie
We hebben altijd energie nodig om iets te laten werken. Als we bijvoorbeeld willen zwemmen, hebben we energie nodig om ons door het water voort te bewegen. Als je het licht aandoet heb je eerst energie nodig, die dan wordt omgezet in elektriciteit, waardoor wij licht hebben.


Energie is een reactie op verbranding.

Er zijn heel wat verschillende soorten energiebronnen. Wij zetten meestal energie om in elektriciteit, omdat we voor heel veel dingen in ons dagelijks leven elektriciteit nodig hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Begrip: Grondstof(fen)
Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. In productieprocessen kunnen ook niet-natuurlijke grondstoffen gebruikt worden: dit wordt ook wel een halffabricaat genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Hout, turf en steenkool 
  • Hout was lang dé energiebron.
  • IJzererts werd gesmolten op vuur > 130 kg hout nodig per kilo. Rond 1500 waren de meeste bossen gekapt. 

  • Turf werd ook gebruikt als brandstof = gedroogd veen = plantenresten

  • Steenkool is een ook een fossiele brandstof = brandstof gevormd uit planten en/ of dieren. 
We lezen Hout, turf en steenkool op blz 11 en Veengebieden op blz 12

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Turfwinning
De veengebieden werden in langgerekte stroken afgegraven. De blokken turf werden gedroogd. 

De turf kon worden gebruikt als brandstof, omdat in de Middeleeuwen hout steeds schaarser werd in Nederland (overmatige houtkap door bevolkingsgroei). 

Slide 13 - Tekstslide

Weerribben

Slide 14 - Tekstslide

Stoommachines
  • Tot de 18e eeuw veel huisnijverheid naast de landbouw.
  • Door bevolkingsgroei groeit de vraag naar kleding.
  • Engelse uitvinders ontwerpen nieuwe spin-en weefmachines. 

  • Machines worden steeds groter > eerst aangedreven met waterkracht > fabrieken worden gevestigd aan rivieren/bij water 
  • Ligging aan het water is vestigingsplaatvoordeel

  • Stoommachines worden aangedreven met steenkool.  Fabrieken ontstaan in buurt van mijnen. Industriële revolutie begint in Engeland. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag! 
Hoe blijf je 'op schema?'   

Lezen: ‘Waar gaat dit blok over?', ‘Hout, turf en steenkool', 'Veengebieden', ‘Stoommachines'. p. 10, 11, 12, 14 & 15. 
Maken: Kies je eigen route! 
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Agenda invullen (iedereen!)
12 december:
Jouw opdrachten voor blok 1 zijn af. Schrijf voor jezelf op wat jij doet om Blok 1 af te kunnen tekenen. 

Slide 18 - Tekstslide

Les 2:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • Herhalen
  • Uitleg: ‘Engeland en de rest van de wereld', ‘Congo: arm land met rijkdom aan grondstoffen’. p. 17 & 20. 
  • Aan de slag! 

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen van deze les?

  • Je kan verklaren waarom de stoommachine voor de industriële revolutie heeft gezorgd.
  • Je kan uitleggen wat vestigingsplaatsvoordelen zijn
  • Je kan uitleggen waarom de industriële revolutie juist in Engeland begon.
  • Je kan twee redenen noemen waarom Congo, ondanks grondstoffen, een arm land is. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Engeland en de rest van de wereld
  • Engeland had al sinds de 18e eeuw koloniën
  • Industriële revolutie deed vraag naar grondstoffen groeien
  • Vanuit Engeland verspreidde de IR zich over Europa. Overal in Europa ontstonden industriegebieden.
  • Ook andere Europese landen wilden koloniën om grondstoffen te halen en om te gebruiken als afzetgebieden > dit heet modern imperialisme
We lezen: Engeland en de rest van de wereld op blz 17) 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Op naar Congo!

Slide 24 - Tekstslide

Congo: arm land met met rijkdom aan grondstoffen
  • Land in Afrika 
  • Congo was een kolonie van België
  • Grondstoffen : goud, zilver, koper, diamant, kobalt en coltan. 
  • Congo is een arm land
We lezen: Congo, arm land met rijkdom aan grondstoffen op blz 20

Slide 25 - Tekstslide

Sleep de grondstoffen Coltan (bovenste) en Kobalt (onderste) van het mobieltje naar de juiste plek in kaart.
Wat zit er allemaal in jouw mobieltje?

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Video

Welke producten worden van deze grondstoffen gemaakt?

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag! 
Hoe blijf je 'op schema?'
Lezen:  ‘Engeland en de rest van de wereld', ‘Congo: arm land met rijkdom aan grondstoffen’. p. 17 & 20. 
Maken: Jouw keuze opdrachten bij Blok 2. 
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Agenda invullen (iedereen!)
12 december:
Jouw opdrachten voor blok 1 zijn af. Schrijf voor jezelf op wat jij doet om Blok 1 af te kunnen tekenen. 

Slide 30 - Tekstslide

Les 3:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen?
  • Stil werken
  • Filmpje: De IJzeren eeuw
  • Uitleg: ‘Industrie in Nederland', ‘Nieuwe grondstoffen’. p. 22 & 24
  • Samen werken
  • Herhalen lesstof 




Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Industrie in Nederland
Pa na 1850 kwamen de eerste fabrieken met stoommachines in Nederland.
-->Nederland was vooral landbouw- en handelsland
-->Er was ook weinig steenkool
Wie herkent deze fabriek?

Slide 33 - Tekstslide

Reclame voor het Arnhemse Broek, 1924

Slide 34 - Tekstslide

Nieuwe grondstoffen
Steenkool --> Belangrijk in de industriële revolutie, maar erg zwaar en vervuilend!
  • Vaak vervangen door aardolie en aardgas.

Van veel grondstoffen kun je weer nieuwe materialen maken:
  • Aardolie --> Plastic en kunststoffen
  • Bewerkte grondstoffen die nog verwerkt moeten worden tot eindproduct: halffbricaat.

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag! 
 Rond blok 1 af, kijk je werk na en kom aftekenen
Leer de begrippen en Kennen&Kunnen lijst




 

opdracht 20, 21 en keuze: 22.



Keuze: 

Maak keuzemenu A of B. 
timer
15:00

Slide 36 - Tekstslide

In wat voor landschap ontstaat veen?
A
stuwwallenlandschap
B
moeraslandschap
C
IJslandschap
D
berglandschap

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Hout, veen, hooi
B
zonnebloemolie, boerenkool, houtskool
C
Mijn grootouders
D
steenkool,aardolie, aardgas

Slide 38 - Quizvraag

Welke fossiele brandstoffen zitten er in de Nederlandse bodem?
A
Aardolie, aardgas en steenkool
B
Steenkool en aardgas
C
Aardgas, alleen in groningen
D
Nederland heeft geen fossiele brandstoffen

Slide 39 - Quizvraag

Wat zijn geen fossiele brandstoffen?
A
Aardolie en steenkool
B
Steenkool en water
C
Aardgas en zonne-energie
D
Zonne-energie en water

Slide 40 - Quizvraag

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 41 - Quizvraag

Agenda invullen (iedereen!)
12 december:
Jouw opdrachten voor blok 1 zijn af. Schrijf voor jezelf op wat jij doet om Blok 1 af te kunnen tekenen. 

Slide 42 - Tekstslide