Het bezittelijk voornaamwoord - herhaling leerjaar 2

Het bezittelijk voornaamwoord - 2HV
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het bezittelijk voornaamwoord - 2HV

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tante
parents
père
mon
ma
mes

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
leur
B
tes
C
son
D
ses

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
leur
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Attention!
* mijn vriendin -> ma amie v (klinkerbotsing) -> mon amie

* jouw school -> ta école (klinkerbotsing) -> ton école 

* zijn / haar verhaal -> sa histoire v (stomme 'h') -> son histoire 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) amie v
A
ma
B
mon
C
ta
D
ton

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) école v
A
sa
B
son
C
mon
D
ma

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ik kan het bezittelijk
voornaamwoord
gebruiken
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 18 - Quizvraag

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' | bron H page 126
Des questions?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies