T5B3 - Horen en zien (deel 2)

Opdracht 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opdracht 1

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2a

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2b

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 8a

Waardoor kun je minder goed horen als de oorsmierkliertjes te veel oorsmeer produceren?
De gehoorgang kan dan verstopt raken. Geluidstrillingen worden dan niet meer goed doorgegeven aan het trommelvlies.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 8b
Ziekmakende bacteriën kunnen een ontsteking veroorzaken in je lichaam. Leg uit dat een gaatje in het trommelvlies ontstekingen in de trommelholte kan veroorzaken.
Bacteriën uit de gehoorgang kunnen dan door het gaatje in de trommelholte terechtkomen en daar ontstekingen veroorzaken.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 8c
Leg uit dat ook een keelontsteking een ontsteking in de trommelholte tot gevolg kan hebben.
Bacteriën kunnen uit de keelholte via de buis van Eustachius in de trommelholte terechtkomen. Daar kunnen ze dan een oorontsteking veroorzaken.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 8d
Jos kan dan hevige oorpijn krijgen. Om dat te voorkomen maakt een arts weleens een klein gaatje in het trommelvlies. Dat gaatje groeit na een tijdje vanzelf dicht.
Bij een verstopte buis van Eustachius kan de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies niet gelijk worden. Bij het stijgen of dalen ontstaat dan een groot verschil in luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies. Door een klein gaatje in het trommelvlies blijft de druk aan beide kanten gelijk.




Slide 7 - Tekstslide

Waarneming, regeling en gedrag

Slide 8 - Tekstslide

Planning
Korte instructie basisstof 3: zien
Biologische tekening van het oog maken (voor cijfer)

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van het oog: buitenkant
Bescherming oog door:


Oogkas

Slide 10 - Tekstslide

Hoe worden je ogen beschermd?
1: wenkbrauwen, oogleden, wimpers

2: traanklier

3: oogkassen

Slide 11 - Tekstslide

glasachtig lichaam
Doorzichtig gedeelte binnen in het oog.

Functies:
- vorm van het oog
- licht doorlaten


Slide 12 - Tekstslide

De lens
- Achter de iris en pupil
- zorgt ervoor dat je scherp kan zien

Slide 13 - Tekstslide

Harde oogvlies
- Witte gedeelte van je ogen

- zijn je oogspieren aan bevestigd

Slide 14 - Tekstslide

Vaatvlies
- Bevat veel bloedvaten

- Zorgt voor voeding van het oog

Slide 15 - Tekstslide

Netvlies
- Liggen de zintuigcellen

- Vanuit oogzenuw worden impulsen naar hersenen geleidt.

Slide 16 - Tekstslide

Gele vlek en Blinde vlek
Gele vlek
  • Meeste kegeltjes
  • Scherpst zien
Blinde vlek
  • Geen zintuigcellen
  • Oogzenuw verlaat daar het 
    oog

Slide 17 - Tekstslide

Pupilreflex

Slide 18 - Tekstslide

Pupilreflex
Hoeveelheid licht dat op je netvlies valt, wordt geregeld

Grote pupil -> Laat veel licht door

Slide 19 - Tekstslide

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

  Wat moet je doen?

  1. Maak een biologische tekening van een doorsnede van het oog            (gebruik afbeelding 4, bladzijde 101)
  2. Schrijf op de achterkant van je blaadje de functies van alle onderdelen

       De tekening wordt beoordeeld (telt mee voor de practicummap)


timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide