H5.1 + H5.2

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Introductie H5 (Late Middeleeuwen)
3. Uitleg leerdoel 1 en 2 van 5.1  
4. Aan de slag in het online werkboek


Lesdoel
1. Hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond in plaats van een landbouwsamenleving (verstedelijking)
2. Hoe de economie zich ontwikkelde
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Introductie H5 (Late Middeleeuwen)
3. Uitleg leerdoel 1 en 2 van 5.1  
4. Aan de slag in het online werkboek


Lesdoel
1. Hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond in plaats van een landbouwsamenleving (verstedelijking)
2. Hoe de economie zich ontwikkelde

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van steden en staten

Slide 2 - Tekstslide

5.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
1. Hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond (verstedelijking)
2. Hoe de economie zich ontwikkelde
3. Hoe de ambachtslieden en handelssteden samenwerkten

 

Slide 4 - Tekstslide

1. Verstedelijking
1. Vanaf het jaar 1000 gingen boeren moerassen droogleggen en bossen kappen
2. Verbetering van de landbouwtechnieken -> ploeg en mest

Gevolg: landbouw brengt meer op -> mensen leven langer en gezonder -> bevolking kan groeien (verdubbeld tot 1300)

Gevolg: handel neemt toe

Indirect gevolg: nijverheid neemt toe (een deel van de bevolking kan ander werk gaan doen)

Marktplaatsen groeien uit tot steden (verstedelijking). 
Deze gaat het snelst in Noord-Italië en Holland

Er ontstaat weer een landbouwstedelijke samenleving!

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag

Maak vragen 1 tot en met 5 van 5.1

Slide 6 - Tekstslide

2. De geldeconomie
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.

Elke stad, koning of hertog had zijn eigen munt
-> Bij geldwisselaars kon je munten ruilen
-> Er ontstonden banken (met rente)

Slide 7 - Tekstslide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Herhalen stof vorige les en bespreken vraag 1
3. Uitleg leerdoel 3 van 5.1
4. Aan de slag met leerdoel 4 en in het online werkboek

Slide 8 - Tekstslide

3+4 samenwerking
Samenwerking ambachten - > Gilden (vereniging van mensen met hetzelfde beroep)
- controle op kwaliteit
- vaststellen werktijden en prijzen
- zorgt voor een opleiding
- zorgt voor de zieke leden


Slide 9 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/wat-is-een-gilde-beroepsgroepen-in-de-middeleeuwen

Slide 10 - Tekstslide

3+4 samenwerking
Samenwerking handel -> de Hanze

1. Zoek in jouw boek op wat de Hanze deed
2. Klaar? Maak vragen 6 tot en met 8 van 5.1

Slide 11 - Tekstslide

3+4 samenwerking
Samenwerking handel -> de Hanze
- Geen tol (belasting voor het gebruik van wegen, rivieren of bruggen) betalen
- samen tegen piraten
- bevordert internationale handel tussen volken



Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 5.2 
Tijd van steden en staten 

Slide 13 - Tekstslide

5.2 - Zelfstandige burgers
1. In deze paragraaf leer je hoe steden stadsrechten kregen
2. In deze paragraaf leer je hoe burgers hun stad bestuurden
3. In deze paragraaf leer je hoe steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren


De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.


Slide 14 - Tekstslide

1. Stadsrechten 
België, Nederland en Luxemburg bestonden vroeger uit 17 gewesten= provincies. Samen waren dit de Nederlanden

Holland werd één van de belangrijkste gewesten, maar waarom? -> Economisch en politiek belangrijk. Bouw van de Ridderzaal in Den Haag

Steden kregen privileges -> stadsrechten
- eigen rechtspraak
- tol heffen
- stadsmuur bouwen




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag
0. Maak eerst de samenvatting van leerdoel 4 'internationale handel' op p.74 van het boek
1. Maak vragen 6, 7 van 5.1
2. Maak vragen 1 en 2 van 5.2

Slide 17 - Tekstslide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
(2. Bespreken samenvatting leerdoel 4)
3. Uitleg leerdoel 2 van 5.2
4. Aan de slag

2. In deze paragraaf leer je hoe burgers hun stad bestuurden

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een gewest en hoeveel gewesten waren er in de Nederlanden?
A
een soort provincie ; er waren er 10
B
een soort provincie; er waren er 17
C
een ander woord voor een land; er waren er 17
D
een ander woord voor een land; er waren er 10

Slide 19 - Quizvraag

Waarom was het gewest Holland het meest belangrijke gewest?
A
Holland was economisch en politiek belangrijk
B
Vanouds lag het centrale gezag bij de graaf van Holland
C
De stadhouder kwam altijd uit Holland
D
Amsterdam was de hoofdstad van de Republiek

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn stadsrechten?

Slide 21 - Open vraag

Wat was GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf recht spreken
B
De stad mocht een stadsmuur bouwen
C
De stad mocht de landeigenaar afzetten
D
De stad mocht zelf belasting ophalen

Slide 22 - Quizvraag

2. Het stadsbestuur
'Stadslucht maakt vrij': horigen verloren de rechten en plichten als ze in de stad gingen wonen

Horigheid/hofstelsel verdween op veel plaatsen in Europa

Iemand met een baan, geld en na  een jaar en een dag kon burger worden in een stad -> burgerij (de gezamenlijke burgers)
-> vrouwen konden dit niet worden

Slide 23 - Tekstslide

2. Het stadsbestuur
De schepenen bestuurden de stad en maakten wetten en werden gecontroleerd door een vroedschap

Het stadsbestuur zat in een raadshuis met een burgemeester

Slide 24 - Tekstslide

3. Steden en edelen
Voordelen



Nadelen

Ga aan de slag met leerdoel 3 van 5.2  op pagina 77 en vat dit samen. Maak onderscheid tussen de voordelen en nadelen voor edelen

Je hebt tot en met 4 af van 5.2

Slide 25 - Tekstslide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Bespreken samenvatting leerdoel 3 van 5.2
3. Uitleg leerdoel 2 van 5.3
4. Aan de slag

Slide 26 - Tekstslide

3. Steden en edelen
Voordelen
Steden betaalden geld voor stadsrechten aan (hoge) edelen en vorsten


Ze kregen (militaire) steun van steden in hun strijd tegen de lage edelen

Nadelen
Maar steden werden wel steeds zelfstandiger en zelfs machtiger dan de heer

-> conflict macht vorsten, lage edelen en steden. Wie heeft nu eigenlijk de macht?

Slide 27 - Tekstslide