In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5.2: Zelfstandige burgers
Slide 1 - Tekstslide
Pak je plenda erbij
Slide 2 - Tekstslide
In de tijd van steden en staten was Nederland nog niet één land. Het bestond uit verschillende gewesten (provincies) die samen de Nederlanden (lage landen) genoemd werden. Dit is het gebied wat nu Nederland, België en Luxemburg zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Floris V
Graaf Floris V had van het gewest Holland een heel belangrijk gewest gemaakt.
Hij werd tijdens het jagen gevangen genomen door ontevreden edelen.
Hij was zeer geliefd bij boeren en stadbewoners en deze kwamen in opstand.
De bange edelen vermoorde Floris V.
Slide 4 - Tekstslide
Waarom werd Floris V vermoord door de Edelen
Slide 5 - Open vraag
waarom was Floris V geliefd bij de boeren en burgers?
Slide 6 - Open vraag
Stadsrechten
Door deze vrijheden kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
Deze rechten krijgt een dorp van een vorst of een hoge edelman
Met deze rechten werd het dorp een stad
Steden mochten vanaf dat moment bijvoorbeeld:
Zelf zorgen voor hun rechtspraak
Een stadsmuur bouwen
Eigen belasting heffen (laten betalen) - Tol
Slide 7 - Tekstslide
Stadsrechten
Floris had om zijn macht en rijkdom te laten zien in Den Haag de Ridderzaal laten bouwen.
Hier vergadert de Staten-Generaal nog steeds.
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag: Huiswerk
Maken paragraaf 5.2.
Leren leerdoelen 5.2.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Resumé
Slide 10 - Tekstslide
Einde les: Leg uit wat het verschil is tussen de Nederlanden en Nederland.
Slide 11 - Open vraag
Wat wordt er bedoeld met de uitspraak : "stadslucht maakt vrij" ?
Slide 12 - Open vraag
5.2: Zelfstandige burgers
Slide 13 - Tekstslide
Pak je plenda erbij
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Stadsrechten:
Deze privilege (voorrecht) om zelf dingen te regelen als dorp, heetten stadsrechten.
Wanneer een dorp stadsrechten kreeg werd het een stad.
Steden gingen zelf zorgen voor rechtspraak en de toepassing van wetten., bouwden een stadsmuur en gingen zelf belasting (tol) heffen.
Slide 16 - Tekstslide
Het stadsbestuur:
Een man kon burger van een stad worden als hij een jaar en één dag in de stad woonde, een beroep had en een geldbedrag betaalde.
Horigen die van hun heer naar een stad mochten verhuizen verloren zo de rechten en plichten van een horige, er werd dan ook vaak gezegd: "stadslucht maakt vrij"
burgers hadden de rechten van de stad en vormden samen de burgerij.
Slide 17 - Tekstslide
Het stadsbestuur:
Schepenen: burgers uit aanzienlijke families die de stad bestuurden en rechtspraken. Zij maakten de wetten en zorgden voor rust en orde.
De hoogste bestuurder van de stad waren de burgermeesters.
Vroedschap: controleerde de beslissingen van de stadsbestuurders, ook gaven zij advies. Ook zij kwamen uit aanzienlijke families.
Slide 18 - Tekstslide
steden en edelen:
Steden moesten veel geld betalen voor stadsrechten dit had voordelen voor hoge edelen en vorsten (koningen)
Met dit geld voerden ze bijvoorbeeld oorlogen.
Ook kregen ze vaak steun van de steden tegen de lagere edelen die hierdoor hun macht verloren.