Hoofdstuk 6, paragraaf 1

Paragraaf 1: Dynamiek op de wadden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1: Dynamiek op de wadden

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Lees eerst de Start
en maak hierna opdracht 1 t/m 4 hiervan. 
Als je dit gedaan hebt, dan kun je verder met de LessonUp. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Getijstromen
  • Grote natuurkracht is: Water
  • Opkomend water is: Vloed
  • Afgaand water is: Eb
  • Blij vloed stromen de Wadden vol en bij eb stromen ze weer leeg. 

Slide 5 - Tekstslide

Getijstromen
  • Ondiepe binnenzee
  • Omsloten met land
  • Vloed komt uit het westen en gaat naar het oosten
  • Eb gaat juist van oost naar west
  • Springtij

Slide 6 - Tekstslide

De Waddenzee
  • Water komt binnen via zeegaten
  • Het geen wat water achter laat nomen we: Slib
  • De wadplaten staan droog bij eb. 
  • Op de wadplaten stromen prielen deze zorgen voor afwatering bij eb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Een waddeneiland
  • Zandbanken veranderen steeds
  • Bijvoorbeeld door stormen
  • Duinen, laag is nat en hoog is droog

Slide 9 - Tekstslide

Een waddeneiland
  • Kwelder: begroeid stuk land dat driect grenst aan zee en alleen bij vloed overstroomt. 
  • Slenk: Voert water af naar de zee. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Quiz
Na deze slide volgt een quizje. Maak deze vragen allemaal.  Het gesloten en open vragen. Zorg dus dat je bij de open vragen een antwoord typt. 
Hierna ga je aan de slag met de opdrachten uit het werkboek. 

Slide 12 - Tekstslide

Welk eiland is GEEN waddeneiland?
A
Texel
B
Ameland
C
Walcheren
D
Terschelling

Slide 13 - Quizvraag

Eén keer in de twee weken is er sprake van hoogwater, hoe noemt men dit?
A
Vloed
B
Eb
C
Springvloed
D
Springtij

Slide 14 - Quizvraag

Waar komt de vloedstroom in het waddengebied vandaan?

Slide 15 - Open vraag

Hoe heten de zijtakken van de zeegaten die altijd gevuld zijn met zeewater?
A
Zeegaten
B
Slibben
C
Wadplaten
D
Geulen

Slide 16 - Quizvraag

Voor hoeveel procent bestaan de wadplaten uit fijn zand?
A
85
B
80
C
90
D
95

Slide 17 - Quizvraag

Waar bezinken de zwaardere zanddeeltjes in de Waddenzee en waarom?

Slide 18 - Open vraag

Een begroeid stuk land dat direct aan zee grenst, noemen we?
A
Kwelder
B
Slenk
C
Kreek
D
Duin

Slide 19 - Quizvraag

Leg kort uit hoe en 'Duin' ontstaat

Slide 20 - Open vraag

Opdrachten 
Maak opdracht: 1 t/m 5

Slide 21 - Tekstslide