Basisstof 4 G

Planning
Huiswerkcontrole + bespreken
Uitleg basisstof 4
Tijd voor huiswerk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
Huiswerkcontrole + bespreken
Uitleg basisstof 4
Tijd voor huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  •  Je kunt de werking van spieren beschrijven.
  • Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.

Botten kunnen zelf niet bewegen. Om ze te bewegen zijn spieren nodig. Ook op andere plaatsen in je lichaam zitten spieren.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierstelsel

(Skeletspieren)

Slide 3 - Tekstslide

Hier zie je het spierstelsel.
Hoe werken spieren
Spiercel > spiervezel > spierbundel > spier

Om een spierbundel: taai vlies
Eindigt in de uiteinden van spierbundels: pezen




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 typen spieren
Verschillen in lokatie, bouw en in aansturing
Skeletspieren - bevestigd aan botten, dwarsgestreept/ bundels, bewust
Hartspieren - in het hart, dwarsgestreept/ netstructuur - onbewust
Gladde spieren - rond organen, glad - onbewust

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbewuste spieren 
Orgaanspieren  -  zitten niet aan botten vast
                                  -  je hebt er geen controle over

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwarsgestreepte spieren
onder invloed van de wil

Worden ook wel skeletspieren genoemd

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pezen
Je spieren zitten vast aan je botten door pezen. Dit heet de aanhechtingsplaats

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antagonistisch paar

antagonist > tegenhanger

Biceps: buigspier
Triceps: strekspier

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antagonistische spieren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als ik mijn spier aanspan dat wordt de spier dikker en korter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een antagonist?
A
Een armspier
B
Een been spier
C
Twee spieren in je arm
D
Twee spieren die tegenovergesteld werken (buigen/strekken)

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen en leren basisstof 4
Maken opdracht 1-9

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies