Herhaling H1

Herhaling H1
Hoe welvarend ben jij?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H1
Hoe welvarend ben jij?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Herhaling paragraaf 1 t/m 4 (30 min.)
  • Oefentoets maken / vragen stellen (25 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1
Kun jij kopen wat je wilt?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Schaarse goederen: goederen waarvoor een prijs wordt betaald. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is welvaart ook alweer?
Paragraaf 2
Hoe word je beïnvloed?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Wat is marketing ook alweer?

Waarom wordt er snoep verkocht bij de kassa?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitgaven van de familie Van Dijck zijn in totaal € 1.950 per maand. De maandelijkse huur is € 741 per maand.

Bereken hoeveel procent de huur is van de totale uitgaven per maand.

Slide 10 - Open vraag

€ 741 : € 1.950 x 100 = 38%
Paragraaf 3
Je inkomsten en uitgaven

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Welke verschillende inkomens ken je al?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mieke verdient € 425,50 per week.
Bart heeft een maandloon van € 1.725.

Laat met een berekening zien wie het meeste verdient.

Slide 14 - Open vraag

- € 425,50 x 52 = € 22.126
- € 1.725 x 12 = € 20.700

Mieke verdient dus het meest.
Paragraaf 4
Wordt alles duurder?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gemiddelde prijs van een koophuis was in 2010
€ 239.530 en in 2014 was dat € 322.218.

Bereken met hoeveel procent de prijs van een koophuis is gestegen.

Slide 20 - Open vraag

(€ 322.218 - € 239.530) : € 239.530 x 100 = 34,5%.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 2020 is de gemiddelde prijs van een huis € 315.000. Het indexcijfer in 2020 is 127. Het basisjaar was 2015

Bereken de gemiddelde huizenprijs in 2015.

Slide 22 - Open vraag

€ 315.000 : 127 x 100 = € 248.032
Oefentoets maken
  • Ga via Magister naar leermiddelen
  • Kies voor Economie
  • Klik aan de linkerkant op hoofdstuk 1
  • Klik aan de rechterkant voor oefentoets

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies