In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H3 Politieke revoluties
Par. 3.1 De Verlichting
Slide 1 - Tekstslide
wat gaan we doen
introductie
uitleg ancient regime
aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt een beschrijving geven van de standensamenleving in het ancien régime.
Je kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeen hadden over goed bestuur.
Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.
Slide 3 - Tekstslide
Standensamenleving
De bevolking van Frankrijk was een standenmaatschappij.
Je geboorte bepaalde de stand waartoe je behoorde.
De bevolking was verdeeld in 3 standen:
1e stand: geestelijkheid.
2e stand: adel.
3e stand: de rest van de bevolking (ongeveer 98%)
Slide 4 - Tekstslide
Standensamenleving
Taken:
1e stand: bidden.
2e stand: land verdedigen en koningen helpen bij bestuur.
3e stand: werken en voedsel verbouwen.
Slide 5 - Tekstslide
De standensamenleving
Geestelijken en edelen vormden een kleine groep, maar bekleedden bijna alle belangrijke functies in de kerk, leger en het bestuur.
Zij bezaten ook een groot deel van de grond.
Tenslotte hadden zij allerlei privileges (voorrechten), zoals geen belasting betalen, maar wel innen én een eigen rechtbank.
Slide 6 - Tekstslide
Standensamenleving
98% van de Fransen hoorden bij de 3e stand, die wel belasting moesten betalen:
Rijke burgers (zonder titel) in de steden. (kooplieden, rechters, bankiers etc).
Ambachtslieden en winkeliers
De boeren op het platteland en arme loonarbeiders in de steden.
Slide 7 - Tekstslide
Standensamenleving
De onderste laag van de 3e stand moest hard werken.
Bezaten maar een klein stukje land of pachtten (huren) dit.
Na betaling van pacht en belastingen bleef er weinig over.
Bovendien moesten boeren minimaal 1 dag per week gratis werken voor de 1e en 2e stand werken (= herendiensten).
De 3e stand was ontevreden over de standensamenleving:
Slide 8 - Tekstslide
Standensamenleving
Ondanks dat sommigen in de 3e stand rijk waren, hadden ze geen privileges:
ze konden geen belangrijke baan in de kerk, bestuur of leger krijgen.
Boeren waren erg arm!
Slide 9 - Tekstslide
Welke van de drie standen werd ongelijk behandeld?
A
de 1e stand
B
de 2e stand
C
de 3e stand
Slide 10 - Quizvraag
Welke standen hadden vooral rechten?
A
De boeren, burgers en de adel
B
De adel en de geestelijkheid
C
De geestelijkheid, de boeren en burgers
D
De burgers, adel en geestelijkheid
Slide 11 - Quizvraag
We betalen wel belasting, maar hebben geen inspraak. Dat is oneerlijk! Bij welke groep hoort deze uitspraak?
A
Boeren
B
Rijke burgers
C
Edelen
D
Geestelijken
Slide 12 - Quizvraag
aan het werk
maak 1 tot en met 6
Slide 13 - Tekstslide
wat gaan we doen
herhaling
uitleg verlicht denken/ nieuwe ideeën over goed bestuur
aan het werk
terugkoppeling
Slide 14 - Tekstslide
wat weet je nog van standenmaatschappij
Slide 15 - Woordweb
Verlicht denken
Tijdens de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw hadden logisch nadenken en het doen van experimenten gezorgd voor nieuwe kennis.
Gevolg: meer vertrouwen in het menselijk verstand.
Dankzij de rede zouden de mensen de wereld om hen heen steeds beter begrijpen.
Slide 16 - Tekstslide
Verlicht denken
Wie de wereld beter begreep ('verlicht' was), kon de wereld ook verbeteren.
Mensen gingen anders naar bijv. natuurrampen kijken.
Eerst werden deze gezien als een straf van God, maar wetenschappers hadden logische verklaringen voor deze natuurverschijnselen.
Slide 17 - Tekstslide
Verlicht denken
Deze manier van denken, waarbij mensen m.b.v. het menselijk verstand de wereld hoopten te verbeteren, noemen we de Verlichting.
Verlichte denkers vonden dat je kritisch moet nadenken.
Dus niet klakkeloos doen wat gebruikelijk was.
Waren voor religieuze tolerantie (verdraagzaamheid).
Slide 18 - Tekstslide
1.3 Nieuwe ideeën over goed bestuur
Verlichte denkers:
kritiek op de standensamenleving.
kritiek op het absolutisme.
mensen zijn vrij & gelijk.
Verlichte denkers waren het niet eens over de manier waarop de ongelijkheid opgelost kon worden.
Slide 19 - Tekstslide
Jean-Jacques Rousseau wilde democratie: niet de koning, maar het volk moest de absolute macht hebben.
Charles de Montesquieu wilde een scheiding van machten.
Slide 20 - Tekstslide
Nieuwe ideeen over goed bestuur
Scheiding van machten:
Wetgevende macht: vergadering van volksvertegenwoordigers maken de wetten.
Uitvoerende macht: de koning en de ministers voeren de wetten uit.
Rechtsprekende macht: rechters geven straffen als burgers, koning of regering zich niet aan de wetten houden.
Slide 21 - Tekstslide
Nieuwe ideeen over goed bestuur
Absolute vorsten waren niet blij met de nieuwe, verlichte ideeën: verboden boeken met kritiek op bestuur en kerk.
Vooral in Frankrijk was deze censuur streng.
Toch konden koningen en de kerk de verspreiding van de verlichte ideeën niet stoppen: in koffiehuizen en salons werd er veel gediscussieerd door geleerden en burgers.
Publiek debat: velen in de samenleving praatten mee.
Slide 22 - Tekstslide
aan het werk
maak paragraaf 1 af
Slide 23 - Tekstslide
leerdoelen
je kunt een beschrijving geven van de standen samenleving en acien regime
leg de verlichting uit
voorbeelden dat verlichte denkers ideeën hadden over nieuw bestuur.