A1b Online les 21-1 - woordenschat H4 (zoek een tegenstelling)

Deze les:
- Woordenschat H4
Je leert de woordraadstrategie 'zoek een tegenstelling'.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
- Woordenschat H4
Je leert de woordraadstrategie 'zoek een tegenstelling'.

Slide 1 - Tekstslide

'Deze ziekte veroorzaakt zowel psychische als somatische klachten.'

Wat is het tegenovergestelde van 'somatische'?

Slide 2 - Open vraag

'Voor deze klus kun je poreus maar ook waterdicht materiaal gebruiken.'

Wat betekent 'poreus'?

Slide 3 - Open vraag

Tegenstellingen
Vaak is het tegenovergestelde van een woord het woord + een voorvoegsel
handig --> onhandig
rationeel --> irrationeel
typisch --> atypisch

Andere 'negatieve' voorvoegsels: in-, il-, im-
Betekenen allemaal: niet...

Slide 4 - Tekstslide

Geef nog meer voorbeelden
van een woord met tegengesteld
woord (door voorvoegsel)

Slide 5 - Woordweb

Tegenstellingen (2)
In een tekst zie je een tegenstelling ook vaak aan signaalwoorden

maar, anderzijds, daarentegen, hoewel, etc.

Roy is tegenwoordig erg recalcitrant, terwijl zijn broer meegaand en gehoorzaam is. 

Slide 6 - Tekstslide

'Roy is tegenwoordig erg recalcitrant, terwijl zijn broer meegaand en gehoorzaam is.'

Wat betekent 'recalcitrant'?

Slide 7 - Open vraag

Zelf aan de slag
Lees de theorie (het groene blok) op blz. 114
Maak opd. 1

Om 8:40 lever je één antwoord hier in LessonUp in.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de betekenis van (6) luchtige en welke tegenstelling staat in de tekst?

Slide 9 - Open vraag

Schrijf hier alle woordraad-
strategieën op die je kent.

Slide 10 - Woordweb