Les 9 per 2 3H ECO H4.4

Leerdoelen vandaag

Je kunt diverse BALANSMUTATIES uitvoeren.

Je begrijpt weet wat een BUSINESS MODEL CANVAS is en hebt deze helemaal ingevuld voor het PO.


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen vandaag

Je kunt diverse BALANSMUTATIES uitvoeren.

Je begrijpt weet wat een BUSINESS MODEL CANVAS is en hebt deze helemaal ingevuld voor het PO.


Slide 1 - Tekstslide

Deze les
IN STILTE WERKEN
1. Oefenopgaven 4.4 + lezen updates CR - 15 min
GAME en/of UITLEG
2. Balanspoker - 20 min
PO
3. BMC afmaken + starten deel 1 PO - 40 min

Slide 2 - Tekstslide

IN STILTE WERKEN
  • Ga naar Classroom
  • Maak oefenopgaven 4.4
  • Ik loop rond, onthoud je vraag voor als ik bij je ben
     Dus: Geen vragen door de klas schreeuwen
  • Klaar? Lees mijn CR updates over:
       > Leren voor de toets
       > Het PO

  • Klaar? Doe iets voor jezelf. Wel in stilte, tot de tijd om is
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

BALANSPOKER
  • Ga in je PO groepje zitten
  • Je krijgt 2 kleuren fiches, een balans en een blaadje met vragen
  • Leg de juiste bedragen op de juiste plekken op de balans
       Let op: je houdt fiches over!
  • Ik vertel 6 balansmutaties, jullie verplaatsen de fiches op de
      balans, halen ze weg, of voegen ze toe
  • Aan het eind vul je de antwoorden op de vragen in

                                                              Lollies voor groepjes met 0 / minste fouten

Slide 4 - Tekstslide

BALANSPOKER
ROOD       €     1.000
BLAUW    €       500
BLAUW    €       500

Slide 5 - Tekstslide

BALANSPOKER









.
Debet
Credit
Inventaris
3.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
 1.000
Debiteuren
   500
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000
Kas
   500
TOTAAL
7.500
TOTAAL
7.500

Slide 6 - Tekstslide

BALANSPOKER









1. Een klant betaalt een factuur van € 500 per kas







Debet
Credit
Inventaris
3.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
 1.000
Debiteuren
   500
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000
Kas
   500
TOTAAL
7.500
TOTAAL
7.500

Slide 7 - Tekstslide

BALANSPOKER








1. Een klant betaalt een factuur van € 500 per kas
Debet
Credit
Inventaris
3.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
 1.000
Debiteuren
   500  -500
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000
Kas
   500  +500
TOTAAL
7.500
TOTAAL
7.500

Slide 8 - Tekstslide

BALANSPOKER








2. je betaalt de helft van de lening af, per kas
Debet
Credit
Inventaris
3.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
 1.000
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000
Kas
 1.000
TOTAAL
7.500
TOTAAL
7.500

Slide 9 - Tekstslide

BALANSPOKER








2. je betaalt de helft van de lening af, per kas
Debet
Credit
Inventaris
3.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
 1.000 -500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000
Kas
 1.000 -500
TOTAAL
7.500  -500
TOTAAL
7.500 -500

Slide 10 - Tekstslide

BALANSPOKER








3. Je koopt een nieuw ophangsysteem van € 1.000 en betaalt per bank
Debet
Credit
Inventaris
3.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000
Kas
   500
TOTAAL
7.000  
TOTAAL
7.000

Slide 11 - Tekstslide

BALANSPOKER








3. Je koopt een nieuw ophangsysteem van € 1.000 en betaalt per bank
Debet
Credit
Inventaris
3.000 +1.000
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500
Bank
2.000 -1.000
Kas
   500
TOTAAL
7.000  
TOTAAL
7.000

Slide 12 - Tekstslide

BALANSPOKER









4. Je verkoopt een fiets die voor € 500 was ingekocht, klant pint € 1.500







Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
5.000
Goederen
 1.500
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500
Bank
 1.000
Kas
   500
TOTAAL
7.000  
TOTAAL
7.000

Slide 13 - Tekstslide

BALANSPOKER








4. Je verkoopt een fiets die voor € 500 was ingekocht, klant pint € 1.500
Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
5.000 +1.000
Goederen
 1.500 -500
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500
Bank
 1.000 +1.500
Kas
   500
TOTAAL
7.000 +1.000  
TOTAAL
7.000 +1.000

Slide 14 - Tekstslide

BALANSPOKER








5. Je betaalt giraal een openstaande factuur à € 500 aan een leverancier 
Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
6.000
Goederen
 1.000
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500 
Bank
2.500 
Kas
   500
TOTAAL
8.000 
TOTAAL
8.000 

Slide 15 - Tekstslide

BALANSPOKER








5. Je betaalt giraal een openstaande factuur à € 500 aan een leverancier 
Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
6.000
Goederen
 1.000
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.500 -500
Bank
2.500 -500
Kas
   500
TOTAAL
8.000 -500
TOTAAL
8.000 -500

Slide 16 - Tekstslide

BALANSPOKER







6. Een klant koopt een fiets van € 1.000 en krijgt een factuur om later
te betalen. De inkoopwaarde van de fiets was € 500.

Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
6.000
Goederen
 1.000
Lening
   500
Debiteuren
         - 
Crediteuren
 1.000
Bank
2.000
Kas
   500
TOTAAL
7.500
TOTAAL
7.500 

Slide 17 - Tekstslide

BALANSPOKER







6. Een klant koopt een fiets van € 1.000 en krijgt een factuur om later
te betalen. De inkoopwaarde van de fiets was € 500.

Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
6.000 +500
Goederen
 1.000 -500
Lening
   500
Debiteuren
         - +1.000
Crediteuren
 1.000
Bank
2.000
Kas
   500
TOTAAL
7.500 +500
TOTAAL
7.500 +500 

Slide 18 - Tekstslide

BALANSPOKER
Debet
Credit
Inventaris
4.000 
Eigen vermogen
6.500
Goederen
    500
Lening
   500
Debiteuren
 1.000
Crediteuren
 1.000
Bank
2.000
Kas
   500
TOTAAL
8.000
TOTAAL
8.000 

Slide 19 - Tekstslide

BALANSPOKER
Mutaties 3 tm 6:
3. Je koopt een nieuw ophangsysteem van € 1.000 en betaalt per bank


Slide 20 - Tekstslide

BALANSPOKER
Mutaties 3 tm 6:
3. Je koopt een nieuw ophangsysteem van € 1.000 en betaalt per bank
4. Je verkoopt een fiets die voor € 500 was ingekocht, klant pint € 1.500

Slide 21 - Tekstslide

BALANSPOKER
Mutaties 3 tm 6:
3. Je koopt een nieuw ophangsysteem van € 1.000 en betaalt per bank
4. Je verkoopt een fiets die voor € 500 was ingekocht, klant pint € 1.500
5. Je betaalt giraal een openstaande factuur à € 500 aan een
leverancier 

Slide 22 - Tekstslide

BALANSPOKER
Mutaties 3 tm 6:
3. Je koopt een nieuw ophangsysteem van € 1.000 en betaalt per bank
4. Je verkoopt een fiets die voor € 500 was ingekocht, klant pint € 1.500
5. Je betaalt giraal een openstaande factuur à € 500 aan een
leverancier 
6. Een klant koopt een fiets van € 1.000 en krijgt een factuur om
later te betalen. De inkoopwaarde van de fiets was € 500.

Slide 23 - Tekstslide

BALANSPOKER
Schrijf jullie namen op en beantwoorde de vragen:
  1. hoeveel ligt er nu bij goederen? 
  2. hoeveel staat er op de bank? 
  3. hoe hoog is het eigen vermogen? 
  4. hoeveel ligt er bij crediteuren? 
  5. hoeveel is het balanstotaal nu?

Slide 24 - Tekstslide

BALANSPOKER

  1. hoeveel ligt er nu bij goederen? 500
  2. hoeveel staat er op de bank? 2.000
  3. hoe hoog is het eigen vermogen? 6.500
  4. hoeveel ligt er bij crediteuren? 1.000
  5. hoeveel is het balanstotaal nu? 8.000

Slide 25 - Tekstslide

BALANSPOKER
  • Alle mutaties staan straks op classroom, om te oefenen voor de toets!

Slide 26 - Tekstslide

HUISWERK
  • Alle stof voor het proefwerk lezen, 5-2 oefentoets
  • PO Opdracht 1 van Deel 1 maken en inleveren in Classroom
  • BOEK meenemen 

Het JUISTE huiswerk is OP TIJD en SERIEUS gemaakt.

Zo niet? nablijven, 10e uur, H101, ik zet dat NA de les in Magister.


Slide 27 - Tekstslide

PO
  • Ruil je fiches en de antwoorden in voor je Business Model Canvas
  • BMC afmaken. Klaar? Laten controleren.
  • Daarna: één van je groepje maakt een mapje aan op Google drive
  • Deel dat mapje met je groepje en met mij
  • Zet Deel 1 PO van classroom in deze map (zie CR)
  • Volgende week (5-2), in de les is heel deel 1 KLAAR. Jullie krijgen in de les 30 minuten. Als het eerder af is en ik vind het goed genoeg, mag je ook eerder weg! :-)

Slide 28 - Tekstslide

MBC: vragen?
  • Je kiest met elkaar een product of dienst en gaat het model invullen
  • Kies vandaag in elk geval een diens of product!
  • Gebruik het boek, google en classroom
  • Ik loop langs voor vragen 
  • Volgende les krijgen jullie hier ook 30 min tijd voor. Dan moet het wel af!

Als de tijd om is, stoppen en lokaal opruimen!

Slide 29 - Tekstslide