Klas 2 H1 Economie 1.3 deel 1

1.3 Voor welke prijs?
Samen lezen blz. 18 en 19 van het E-book
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

1.3 Voor welke prijs?
Samen lezen blz. 18 en 19 van het E-book

Slide 1 - Tekstslide

LessonUP
Doe mee met de klascode!

Slide 2 - Tekstslide

Voor welke prijs?
Hoe duur is een product?

Slide 3 - Tekstslide

Afzet= aantal verkochte producten

Bijvoorbeeld: een bakker verkoopt 200 broden.
Afzet= 200 stuks

Slide 4 - Tekstslide

Omzet= afzet x de prijs
Bijvoorbeeld:
Een bakker verkoopt 200 broden van €1,50 per stuk
Omzet=      200x€1,50
              =      €300,00

Slide 5 - Tekstslide

Omzet=...
Afzet=...
A
Omzet=aantal stuks Afzet=aantal x de prijs
B
Omzet=aantal stuks x de prijs Afzet = aantal stuks

Slide 6 - Quizvraag

Firma Janssen b.v. verkoopt 500 elektrische fietsen per jaar.
Iedere fiets kost €1.000,-
A
Omzet is 500 fietsen
B
Afzet is 500 fietsen
C
Omzet is €1.000,-
D
Afzet is 1.000,-

Slide 7 - Quizvraag

Bloemist Janssen verkoopt 200 bossen bloemen per week. Een bosje bloemen kost €20,-
A
Omzet is 200:€20,-=10
B
Omzet is €20,-
C
Omzet is 200
D
Omzet is 200x€20,- = €4.000,-

Slide 8 - Quizvraag

Brutowinst=

Slide 9 - Tekstslide

Inkoopwaarde
prijs die je betaalt voor ingekochte grondstoffen/producten
Bijvoorbeeld: timmerbedrijf koopt hout in voor €100.000,-
Hier maakt het bedrijf kozijnen van.
De inkoopwaarde is dan €100.000,-

Slide 10 - Tekstslide

Brutowinst:
Als je van de omzet de inkoopwaarde afhaalt.    In schema:
Omzet
Inkoopwaarde     -
____________________
Brutowinst

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld:
Omzet is €1.000.000,- en de inkoopwaarde is €400.000,-.
Reken de brutowinst uit.
Oplossing: €1.000.000,-  -  €400.000,- = €600.000,-
Brutowinst=€600.000,-

Slide 12 - Tekstslide

Omzet = €110
Inkoopwaarde = €30,-
Brutowinst=....
A
€140,-
B
€80 verlies
C
€80,- winst
D
30x110 = €3.300,-

Slide 13 - Quizvraag

Afzet= 50 stuks Prijs per stuk = €10,-
Inkoopwaarde = €200,-
Brutowinst =....

A
€300,-
B
€2.050,-
C
€290,-
D
€500,-

Slide 14 - Quizvraag

Omzet = €1.000,-
Brutowinst = €500,-
Inkoopwaarde = ...
A
€1.500,-
B
€500,-
C
-€500,-
D
-€1.500,-

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Aan de slag!
Leerstof en opdrachten 1 t/m 11

Slide 18 - Tekstslide