Marketing les 3

Marketing


09-12-2020
Samed Çiftçi
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Marketing


09-12-2020
Samed Çiftçi

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta jij onder prijs?

Slide 2 - Open vraag

Prijs
  • Prijs is de ruilwaarde van een product
  • Hiermee speel je in op de wensen en behoeften van een deel van de markt.
  • Ook houd je rekening met de inkomensgroepen van je doelgroep.
  • Voordeel is dat je op korte termijn veranderingen kunt aanbrengen in de prijs

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet je allemaal mee rekening houden bij het bepalen van de prijs?

Slide 4 - Open vraag

Prijsperceptie
  • Het bepalen van de prijs van een product is van verschillende zaken afhankelijk.
  • Denk aan bijvoorbeeld de:
  • Inkoopprijs
  • Concurrentie
  • Eventuele kortingen
  • Kosten

Slide 5 - Tekstslide

Prijsperceptie
  • Ook moet je rekening houden met de verwachting van de klant.
  • Klanten ervaren bij een product een prijs.
  • Dit wordt prijsperceptie genoemd.
  • Vindt de klant de prijs te hoog, dan accepteert hij die prijs niet.
  • Het is aan jou de taak om prijzen samen te stellen die voor jouw doelgroep aanvaardbaar is.

Slide 6 - Tekstslide

Betalingsvoorwaarden(condities)
Kortingen vallen onder betalingscondities.
Een klant kan op diverse manieren betalen. 
Bijvoorbeeld: wanneer een klant contant betaalt, moet hij direct de factuur betalen.

Slide 7 - Tekstslide

Op welke wijze kan de betaling nog meer plaatsvinden?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Onder rembours betalen

Slide 10 - Tekstslide

Rabat
Actiekorting

Kwantumkorting
Relatiekorting
Handelskorting
Promotiekorting
Hoeveelheidskorting
Klantkorting

Slide 11 - Sleepvraag

Algemeen prijsbeleid
Bij het vaststellen van de verkoopprijs kun je drie verschillende uitgangspunten hanteren:
  • Kostengeoriënteerde prijsstelling
  • Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling
  • Vraaggeoriënteerde prijsstelling

Slide 12 - Tekstslide

Kostengeoriënteerde prijsstelling
Je neemt hierbij de kostprijs van een product als uitgangspunt op de verkoopprijs te bepalen.

Slide 13 - Tekstslide

Concurrentie georiënteerde prijsstelling
  • Hierbij neem je de verkoopprijzen van de verschillende concurrenten als uitgangspunt.
  • Je stelt je verkoopprijs vast net boven, onder of op hetzelfde niveau als je concurrenten.

Slide 14 - Tekstslide

Vraaggeoriënteerde prijsstelling
Je gaat uit van hoeveel de klant bereid is te betalen voor een artikel. 
Dit hangt af van de prijsperceptie van de klant.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak nu opdracht 17 en 18 van de licentie.

Lasse jij bent niet aan de groep gekoppeld!

Slide 16 - Tekstslide

Waar koop je liever een zakchips? De supermarkt of bioscoop? Waarom?

Slide 17 - Open vraag

Waarom zie je in de winkels vaak prijzen als €0,99?

Slide 18 - Open vraag

Je houdt dan rekening met psychologische prijsstellingen.
Ook met de perceptie en de acceptatie van de klant.

Slide 19 - Tekstslide

Prijsstrategieën bij nieuwe producten
  • Afroomprijsstrategie 
  •  Penetratiestrategie

Slide 20 - Tekstslide

Afroomprijsstrategie
  • Strategie waarbij je een nieuw product met een hoge prijs in de markt brengt.
  • Mensen die het product heel graag willen hebben, zullen deze prijs betalen.
  • Vervolgens zal de prijs stapsgewijs verlaagd worden.

Slide 21 - Tekstslide

Waarom zou je voor deze strategie kiezen? (En niet antwoorden met 'weet niet' of '?' etc.

Slide 22 - Open vraag

Reden afroomprijsstrategie
Je zult in het begin minder verkopen, maar het is wel winstgevender.
Je verdient sneller je kosten terug, mits de strategie werkt.

Slide 23 - Tekstslide

Penetratiestrategie
Een nieuw product wordt met een lage prijs in de markt gebracht.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom zou je kiezen voor een penetratiestrategie?

Slide 25 - Open vraag

Reden penetratiestrategie
Om snel een marktaandeel te veroveren en je product te laten accepteren.
Als het lukt, krijg je ook een sterkere concurrentiepositie.

Slide 26 - Tekstslide

Wat is volgens jou prijsdiscriminatie?

Slide 27 - Open vraag

Prijsdiscriminatie
Wanneer je voor hetzelfde product verschillende prijzen berekent voor mensen, is er sprake van prijsdiscriminatie.

Slide 28 - Tekstslide

Noem een paar voorbeelden van prijsdiscriminatie.

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Tekstslide

Prijsdifferentiatie
Wanneer de prijsverschillen ontstaan door kostenverschillen wordt dit prijsdifferentiatie genoemd.
Bijvoorbeeld:

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Heb je wel eens een prijsverschil gezien voor hetzelfde product of dienst? Zo ja waar en waarom?

Slide 33 - Open vraag

Aan de slag
Maak nu de naar je toe gestuurde opdracht
Ben je klaar? 
Maak nu opdracht 19 en 20.
Ben je hier ook mee klaar? Maak dan het huiswerk van de vorige keer als je dit nog niet af hebt.

Slide 34 - Tekstslide

Wie wil pauze
A
Ik
B
Ik niet

Slide 35 - Quizvraag