3M H2.5 _ 1

Zoek een plekje

- Pak je laptop
- Pak je werkboekje
- Ga naar: www.lessonup.nl en log in
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaSk2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zoek een plekje

- Pak je laptop
- Pak je werkboekje
- Ga naar: www.lessonup.nl en log in

Slide 1 - Tekstslide

Op de afbeelding zie je de kringloop van water.
Welke fase heeft het water bij nummer 5?
A
vloeibare fase
B
vaste fase
C
gasfase
D
overgangsfase

Slide 2 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je de kringloop van water.
Hoe noem je het water bij nummer 1?
A
grondwater
B
regenwater
C
oppervlaktewater
D
zeewater

Slide 3 - Quizvraag

Zeep verwijdert vuil en vetvlekken.
Bij het wassen hechten
zeepdeeltjes aan vuildeeltjes.
Welke tekening is juist?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4

Slide 4 - Quizvraag

Gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep (base). De pH van gootsteenontstopper is
A
groter dan groene zeep
B
kleiner dan groene zeep
C
3
D
kun je niet zeggen

Slide 5 - Quizvraag

Zure oplossingen hebben
een ...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7

Slide 6 - Quizvraag

Basische oplossingen hebben een ...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7

Slide 7 - Quizvraag

Om te bepalen of een stof zuur of basisch is, gebruik je een...
A
predictor
B
emulgator
C
indicator
D
incubator

Slide 8 - Quizvraag

Met een zuur schoonmaakmiddel kan je?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 9 - Quizvraag

Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw.
Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14

Slide 10 - Quizvraag

Sam meet een pH van 3 .
Waarvan zou hij de pH gemeten kunnen hebben?
A
Cola
B
Soda
C
Zure regen
D
Water

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de zuurgraad (pH) van water?
A
0
B
7
C
10
D
14

Slide 12 - Quizvraag

Kennen / Kunnen
Aan het einde van deze paragraaf moet je weten: 
- wat neutraliseren betekend 
- wat een omslagpunt is 
- wat titreren is   

Aan het einde van deze paragraaf kan je: 
- uitleggen wat neutraliseren van een stof inhoud 
- uitleggen hoe titreren in zijn werking gaat 
- berekenen hoe zuur (of basisch) een stof is, aan de hand van een verhoudingstabel 
- zelf stoffen neutraliseren  

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg §2.5
De zuurtegraad of pH geeft aan hoe zuur een oplossing is.


Slide 14 - Tekstslide

Herhaling §2.4
De zuurtegraad of pH geeft aan hoe zuur een oplossing is.
De pH is een getal tussen 0 en 14. 
              zeer zuur   zuur     neutraal     basisch   zeer basisch

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg §2.5
De zuurtegraad of pH geeft aan hoe zuur een oplossing is.

<7 = Zuur
7 = Neutraal
>7 = Basisch


Slide 16 - Tekstslide

Uitleg §2.5
De zuurtegraad of pH geeft aan hoe zuur een oplossing is.

<7 = Zuur
7 = Neutraal
>7 = Basisch

Zuur + base = Neutraal 


Slide 17 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren


Slide 18 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren


Slide 19 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Met behulp van
indicator


Slide 20 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Met behulp van
indicator
(vloeibare)


Slide 21 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Met behulp van
indicator
Neutraal op omslagpunt (pH 7)


Slide 22 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Titreren


Slide 23 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Titreren


Slide 24 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Titreren = precies werkje

Concentratie berekenen


Slide 25 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Titreren = precies werkje

Zelf proberen...


Slide 26 - Tekstslide

Uitleg §2.5
Zelf proberen...

- Bekerglaasje met zuur
- Bekerglaasje met base met injectie spuit
- Indicator (fenolftaleïne)

Probeer het zuur te neutraliseren (omslagpunt = licht roze)

Slide 27 - Tekstslide

Welke kleur heeft de indicator fenolftaleïne in een zure oplossing?
A
Roze
B
Paars
C
Rood
D
Kleurloos

Slide 28 - Quizvraag

Met titreren:
1 neutraliseer je een zure of basische stof
2 bepaal je de concentratie van een zure stof of basische stof
A
Alleen 1 is juist
B
Beide zijn juist
C
Alleen 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Base + zuur =

(in een juiste verhouding)
A
Nog steeds zuur
B
Nog steeds basisch
C
Neutraal
D
Er zal niets gebeuren

Slide 30 - Quizvraag

Hoe noem je het specifieke glaswerk dat je voor een titratie nodig hebt?
A
Bekerglas
B
Injectie spuit
C
Buret
D
Erlenmeyer

Slide 31 - Quizvraag