In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Meld je vast aan bij LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Opfrissen stijlfiguren
Uitleg: beeldspraak en stijlfiguren
Samen oefenen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt beeldspraak en stijlfiguren herkennen en benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Ik sterf van de honger
A
Understatement
B
Hyperbool
C
Repetitio
D
Opsomming
Slide 4 - Quizvraag
Geld, geld, het draait alleen maar om geld
A
Understatement
B
Hyperbool
C
Repetitio
D
Opsomming
Slide 5 - Quizvraag
Ik zag bomen, bergen, geiten
A
Understatement
B
Hyperbool
C
Repetitio
D
Opsomming
Slide 6 - Quizvraag
De Duitsers waren niet heel welkom toen ze in 1940 ons land binnenvielen
A
Understatement
B
Hyperbool
C
Repetitio
D
Opsomming
Slide 7 - Quizvraag
Stijlfiguren
- Understatement
- Hyperbool
- Repetitio
- Opsomming
Slide 8 - Tekstslide
Beeldspraak
- Vergelijking
- Metafoor
- Personificatie
Slide 9 - Tekstslide
Vergelijking
- Je vergelijkt iets met iets anders omdat er overeenkomst is. Deze vorm is te herkennen aan als of een vorm van het werkwoord lijken.
Je kamer lijkt wel een zwijnenstal.
Slide 10 - Tekstslide
Metafoor
- Je geeft iets de naam van iets anders omdat er overeenkomst is.
Ruim die zwijnenstal nou eens op.
Verschil vergelijking: het originele object wordt bij een metafoor niet genoemd
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Personificatie
- Je stelt iets levenloos voor als een levend wezen
Je kamer roept om een schoonmaakbeurt.
Slide 13 - Tekstslide
Beeldspraak
- Vergelijking
- Metafoor
- Personificatie
Slide 14 - Tekstslide
Deze wet zal oplichters laten struikelen
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 15 - Quizvraag
Hij lacht als een boer met kiespijn
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 16 - Quizvraag
Die angsthaas durft helemaal niets
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 17 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Maak de opdracht over beeldspraak die klaarstaat in Teams.
Morgen en volgende week dinsdag ben ik afwezig i.v.m mijn verhuizing. Bij het huiswerk van 27-1 staat wat ik in de tussentijd van jullie verwacht. Ik mail dat vanmiddag ook nog naar jullie.