Dans - traditie/ innovatie

DANS
dans kenmerken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CKVMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

DANS
dans kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Dans is de kunst van het bewegen van je lichaam.
Bewegingen worden pas dans als de danser er iets mee wil vertellen of wil laten zien.

Relatie tussen deze dimensie en CKV:
Kunst verhoudt zich altijd tot één of meer tradities (kunstvormen, genres, stromingen, voorgangers). Die verhouding kan allerlei vormen krijgen: herhaling, uitwerking en variatie, omvorming, maar ook verzet en afwijzing. 
En: In elke tijd kunnen bepaalde tradities gekoesterd worden en/of sneuvelen en plaats maken voor nieuwe gewoonten, afspraken en gebruiken (die wellicht vanzelf ooit weer deel van een traditie kunnen zijn). Is innovatie alleen mogelijk bij gratie van traditie? Wat is traditie (waarde, betekenis, functie)? Is er sprake van innovatie of niet? Kunnen bijvoorbeeld traditie en innovatie naast elkaar bestaan?
Een traditie kan iets van een specifieke groep kunstenaars zijn, wanneer zij bewust of onbewust op een bepaalde manier ontwerpen. Denk maar aan hoe de architecten van de Amsterdamse School hebben gebouwd. Wat eerst innovatief was, is nu verworden tot traditie. Daarentegen worden er sinds 1927 bij belangrijke gebeurtenissen binnen het Koningshuis traditionele Oranjevaasjes ontworpen door Royal Leerdam glasfabriek. Inmiddels hebben bekende Nederlandse kunstenaars en ontwerpers hun naam verbonden aan deze vaasjes. Hoe verhoudt deze kunst zich tot de traditie?
0

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

6 danskenmerken
 voorstelling [betekenis]
ruimte - tijd - kracht
expressie [emoties uitdrukken]
 theatervormgeving [muziek, decor, kostuums, licht, grime, rekwisieten]

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORSTELLING - Wat zie je?
VOORSTELLING - wat zie je?

Slide 5 - Tekstslide

De inhoud van een dansstuk noemen we 'voorstelling'. Wat zie je op het podium?
Is de voorstelling verhalend, thematisch of niet verhalend?
A
niet verhalend, het gaat alleen om de dans zelf
B
verhalend, er wordt een heel verhaal verteld
C
thematisch, ook de technologie is belangrij
D
niet verhalend, het gaat alleen om de sfeer

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je aan bewegingsRUIMTE?

Slide 7 - Tekstslide

gebruik van ruimte (groot/klein, afstand, richting, patronen). 
De ruimte waarin wordt gedanst, beïnvloedt de dans. Om het publiek te bereiken moeten dansers in een fabriekshal grotere bewegingen maken dan op een klein podium.
Wat zie je aan bewegingsruimte bij 'Flirt with reality'?
A
De bewegingsrichting is horizontaal
B
De hoogtelaag is laag
C
De dansers bewegen in patronen
D
De dansers gebruiken de hele ruimte

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Ruimte: (afspelen van 0.56-1.20)
In Papaoutai zie je dat de dansers zich bijna niet verplaatsen, maar de bewegingen op dezelfde plek uitvoeren. In de duetten van de zonen en de vaders staan de dansers dicht naast of achter elkaar. 
ruimte - tijd - KRACHT

Slide 10 - Tekstslide

Een danser gebruikt spierkracht om te dansen. De hoeveelheid kracht bepaalt hoe een beweging overkomt.
1. ontspannen - vloeiende beweging - zachte uitstraling
2. meer spierspanning - onderbroken stijl - fel - meer nadruk aan de beweging
Expressie - emoties uitbeelden

Slide 11 - Tekstslide

In een dansvoorstelling drukken de dansers emoties uit In sommige stukken wordt dit heel precies vormgegeven door de choreograaf, bijv met mime, gebaren en gezichtsuitdrukkingen.
In andere choreografieën ligt de nadruk veel meer op de uitdrukkingskracht van de dans bewegingen.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theatervormgeving

Slide 13 - Tekstslide

Met theatervormgeving bedoelen we decor, licht, kostuum, muziek en geluid, grime en rekwisieten. Deze hulpmiddelen helpen de voorstelling van het dansstuk duidelijker te maken of te versterken.

Slide 14 - Video

vanaf 12.22
ZELF AAN DE SLAG!  [kies opdracht 1 of 2]

Maak een dans en voer dit uit:
- opdracht 1: Kungfu-dans
- opdracht 2: dans met attributen 

criteria:
- gebruik min. 3 danskenmerken
[voorstelling, ruimte, tijd, kracht, expressie, theatervormgeving]

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies