In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Zorgen voor de zorgvrager in de GHZ
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
- Kennis van de organisatie van de GHZ
- Kennis van syndromen en beperkingen
- Herkennen en benoemen van een hulpvraag
- Bepalen van een zorgvraag
Slide 2 - Tekstslide
Leg kort uit wat GHZ is en wat syndromen en beperkingen zijn.
GHZ organisatie
De GHZ bestaat uit verschillende zorginstellingen en professionals die samenwerken om zorg te bieden aan mensen die dat nodig hebben.
Slide 3 - Tekstslide
Leg uit welke zorginstellingen er zijn en wat hun rol is.
Syndromen en beperkingen
Syndromen en beperkingen zijn veelvoorkomende uitdagingen waar zorgvragers in de GHZ mee te maken hebben. Het is belangrijk om deze te herkennen en te begrijpen om de juiste zorg te bieden.
Slide 4 - Tekstslide
Geef voorbeelden van syndromen en beperkingen en leg uit wat hun impact is op de zorgvraag.
Casus introductie
We gaan aan de hand van een casus leren hoe we een hulpvraag van een zorgvrager kunnen herkennen en benoemen.
Slide 5 - Tekstslide
Introduceer de casus en leg uit wat de bedoeling is.
Casus stap 1
We lezen de casus en identificeren de zorgvrager en zijn/haar situatie.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de studenten de casus lezen en vraag wie de zorgvrager is en wat zijn/haar situatie is.
Casus stap 2
We identificeren de hulpvraag van de zorgvrager en formuleren deze in één zin.
Slide 7 - Tekstslide
Vraag de studenten wat de hulpvraag is en laat hen deze formuleren.
Casus stap 3
We stellen vragen om meer informatie te verzamelen over de zorgvrager en zijn/haar situatie.
Slide 8 - Tekstslide
Laat de studenten vragen stellen die meer informatie opleveren over de zorgvrager en zijn/haar situatie.
Casus stap 4
We analyseren de informatie die we hebben verzameld en zoeken naar mogelijke oorzaken van de hulpvraag.
Slide 9 - Tekstslide
Vraag de studenten om de informatie te analyseren en mogelijke oorzaken te benoemen.
Casus stap 5
We stellen hypotheses op en kiezen de meest waarschijnlijke oorzaak van de hulpvraag.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de studenten hypotheses opstellen en de meest waarschijnlijke oorzaak kiezen.
Casus stap 6
We formuleren een zorgvraag die past bij de gekozen oorzaak van de hulpvraag.
Slide 11 - Tekstslide
Laat de studenten een zorgvraag formuleren die past bij de gekozen oorzaak.
Klinisch redeneren
Het proces dat we zojuist hebben doorlopen wordt klinisch redeneren genoemd. Het is een methode om systematisch en doelgericht een zorgvraag te benaderen.
Slide 12 - Tekstslide
Leg kort uit wat klinisch redeneren is en waarom het belangrijk is.
Zorgvraag bepalen
Nu we weten hoe we een zorgvraag kunnen herkennen en benoemen, gaan we oefenen met het bepalen van een zorgvraag aan de hand van een praktijkvoorbeeld.
Slide 13 - Tekstslide
Introduceer het praktijkvoorbeeld en leg uit wat de bedoeling is.
Praktijkvoorbeeld stap 1
We lezen het praktijkvoorbeeld en identificeren de zorgvrager en zijn/haar situatie.
Slide 14 - Tekstslide
Laat de studenten het praktijkvoorbeeld lezen en vraag wie de zorgvrager is en wat zijn/haar situatie is.
Praktijkvoorbeeld stap 2
We stellen vragen om meer informatie te verzamelen over de zorgvrager en zijn/haar situatie.
Slide 15 - Tekstslide
Laat de studenten vragen stellen die meer informatie opleveren over de zorgvrager en zijn/haar situatie.
Praktijkvoorbeeld stap 3
We formuleren een zorgvraag die past bij de situatie van de zorgvrager.
Slide 16 - Tekstslide
Laat de studenten een zorgvraag formuleren die past bij de situatie van de zorgvrager.
Praktijkvoorbeeld stap 4
We bespreken de verschillende zorgvragen en kiezen de meest passende zorgvraag.
Slide 17 - Tekstslide
Vraag de studenten om de verschillende zorgvragen te bespreken en de meest passende te kiezen.
Zorgvraag formuleren
Nu we de zorgvraag hebben bepaald, gaan we oefenen met het formuleren van een zorgvraag die voldoet aan de SMART-criteria.
Slide 18 - Tekstslide
Leg de SMART-criteria uit en introduceer het oefenvoorbeeld.
Oefenvoorbeeld
Formuleer een zorgvraag voor het oefenvoorbeeld die voldoet aan de SMART-criteria.
Slide 19 - Tekstslide
Laat de studenten de zorgvraag formuleren en bespreek deze klassikaal.
Samenvatting
We hebben geleerd hoe we een hulpvraag van een zorgvrager kunnen herkennen en benoemen, hoe we een zorgvraag kunnen bepalen en formuleren, en wat klinisch redeneren inhoudt.
Slide 20 - Tekstslide
Vat kort de belangrijkste punten van de les samen.
Reflectie
Reflecteer op wat je hebt geleerd en bedenk hoe je deze kennis in de praktijk kunt toepassen.
Slide 21 - Tekstslide
Geef de studenten de tijd om na te denken en eventueel te delen met de groep.
Geef de studenten deze bronnen voor verdere verdieping.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 25 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.