In veel landen van de wereld is er armoede. De welvaart is niet gelijk verdeeld over de wereld. In deze paragraaf leer je over ontwikkelingslanden en hun problemen.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Les 3: 7.3 Hoe rijk zijn wij?
Meneer de Vries
In veel landen van de wereld is er armoede. De welvaart is niet gelijk verdeeld over de wereld. In deze paragraaf leer je over ontwikkelingslanden en hun problemen.
Slide 1 - Tekstslide
Les planning
Les doelen bespreken
Les doelen vorige les herhalen
Nieuwe theorie
Korte quiz
Zelfstandig werken
Vooruitblik volgende les
Einde les
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Geef bij de afbeelding aan of het gaat om een product uit het buitenland of een product dat we verkopen aan het buitenland.
Slide 4 - Open vraag
Geef bij de afbeelding aan of het gaat om een product uit het buitenland of een product dat we verkopen aan het buitenland.
Slide 5 - Open vraag
Noem twee voordelen van vakantie vieren in een land dat bij de Europese Unie hoort.
Slide 6 - Open vraag
Wat is protectie?
Slide 7 - Open vraag
Als een land veel importeert, zijn er ................................ banen dan wanneer een land weinig importeert.
A
Meer
B
Minder
Slide 8 - Quizvraag
Als een land veel produceert, zijn er ................................ banen dan wanneer een land weinig produceert.
A
Meer
B
Minder
Slide 9 - Quizvraag
Bij de euromunten is de muntzijde voor alle landen precies hetzelfde. De andere kant is voor alle landen verschillend. Waarom heb je niet alleen Nederlandse euro’s in je portemonnee?
A
Er is veel handel tussen verschillende EU-landen.
B
Er is weinig handel tussen verschillende EU-landen.
C
Veel mensen nemen buitenlands geld mee terug van vakantie
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de Eurozone?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Bij het vergelijken van de welvaart tussen landen kun je het beste kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een ontwikkelingsland?
A
Een ontwikkelingsland is een land waar weinig onderwijs is.
B
Een ontwikkelingsland is een land waar veel armoede is.
C
Een ontwikkelingsland is een land waar veel armoede is en waar bijna geen onderwijs is.
D
Een ontwikkelingsland is een land waar veel armoede, een slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs is.
Slide 16 - Quizvraag
In India wonen 1,3 miljard mensen. Noteer dat aantal voluit.
Slide 17 - Open vraag
Bij het vergelijken van de welvaart tussen landen, kun je het beste kijken naar
A
het nationaal inkomen
B
het inkomen per hoofd van de bevolking
Slide 18 - Quizvraag
Duitsland heeft een nationaal inkomen van € 3.600 miljard. Het heeft 81 miljoen inwoners.
Noteer € 3.600 miljard voluit.
Slide 19 - Open vraag
Duitsland heeft een nationaal inkomen van € 3.600 miljard. Het heeft 81 miljoen inwoners.
Noteer € 81 miljoen voluit.
Slide 20 - Open vraag
Het nationaal inkomen van Angola is € 103 miljard. Noteer € 103 miljard helemaal voluit.
Slide 21 - Open vraag
Vraag
Bekijk de afbeelding. Leg uit dat het voor mensen in ontwikkelingslanden moeilijk is om meer geld te verdienen.
Slide 22 - Tekstslide
Antwoord
Door veel honger hebben mensen een slechte gezondheid. Ze kunnen daardoor niet werken, en verdienen weinig. Daardoor kunnen ze ook geen voedsel en medicijnen kopen. Daardoor hebben ze honger etc.
Slide 23 - Tekstslide
Welvaart
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
B
Landen met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs.
C
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land
D
De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.
Slide 24 - Quizvraag
Ontwikkelingslanden
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
B
Landen met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs.
C
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land
D
De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.
Slide 25 - Quizvraag
Inkomen per hoofd van de bevolking
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
B
Landen met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs.
C
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land
D
De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.
Slide 26 - Quizvraag
Vicieuze cirkel
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
B
Landen met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs.
C
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land
D
De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.
Slide 27 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Pincode boek b: paragraaf 7.3
Ben je klaar, laat je werk zien aan de docent.
timer
30:00
Slide 28 - Tekstslide
Einde les
Volgende les gaat over: Eerlijk zullen we alles delen.