Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 7
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7

Slide 1 - Tekstslide

Als er bedrijven goederen uit andere landen kopen of er juist goederen aan verkopen dan noem je dat                                   handel. 

Bij                                   verkopen we goederen aan het buitenland. Een ander woord voor import is

Geld van landen die niet de euro hebben heet 
1
2
3
4
internationale
export
invoer
vreemd geld

Slide 2 - Sleepvraag

Import/export van Nederland
Import
Export
Tulpen
Sojabonen
Kleding
Zuivel
Bier
Elektronische apperaten
Exotisch fruit
Bloembollen

Slide 3 - Sleepvraag

Waarom importeren we producten?

Slide 4 - Open vraag

Open of gesloten economie?
Kies in onderstaande tekst telkens de juiste woorden.

Nederland heeft een (1) economie, want ons land heeft naar verhouding (2) import en export.

A
(1) open (2) veel
B
(1) gesloten (2) weinig
C
(1) open (2) weinig
D
(1) gesloten (2) veel

Slide 5 - Quizvraag

Een aantal Europese landen werken samen in de                                   

De landen in de EU werken vooral op                               gebied samen

Maatregelen om om bedrijven tegen concurrentie uit landen buiten de EU te beschermen , noem je



 
1
2
3
protectie
economisch
Europese Unie

Slide 6 - Sleepvraag

Binnen de EU is er juist sprake van vrij verkeer van personen, goederen  en diensten. Er is dus                                
Daardoor kun je makkelijk importeren of exporteren of verhuizen binnen de EU. 

Landen in de                                   hebben de euro                           

De EU probeert de invoer van producten uit landen buiten de EU te verminderen door het heffen van 



 
1
2
3
invoerrechten
vrijhandel
Eurozone

Slide 7 - Sleepvraag

ontwikkelingslanden zijn landen met
A
veel armoede
B
slechte gezondheidszorg
C
weinig onderwijs
D
a+b+c

Slide 8 - Quizvraag

In NIgeria wonen 185 miljoen mensen. 47,3% leeft daar van minder €1,80 per dag.

Bereken hoeveel mensen dat zijn

Slide 9 - Open vraag

De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien noem je.......

Slide 10 - Open vraag

Hoe meten we de welvaart
A
inkomen van een land
B
inkomen per hoofd van de bevolking
C
aantal mensen dat in een land woont

Slide 11 - Quizvraag

Het nationaal inkomen is 3.600 miljard.
Het land heeft 81 miljoen inwoners.
Wat is het inkomen per hoofd van de bevolking?
tip: schijf eerst de bedragen voluit

Slide 12 - Open vraag

leg uit wat een viceuze cirkel is

Slide 13 - Open vraag

Vul de viceuze cirkel verder in 
Gezinnen zijn arm
2
3
4
Geen opleiding
kinderen moeten werken
Slecht betaald werk 

Slide 14 - Sleepvraag

Rijke westerse landen werken samen met ontwikkelingslanden om de welvaart te vergroten. Dit heet                               

Hulp in de noodsituaties zoals bij rampen of hongersnood, is 


Hulp op de lange termijn is                                  hulp 
1
2
3
structurele
ontwikkelingssamenwerking 
noodhulp

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is fairtrade ?
A
handel waarbij boeren in rijke landen een betere prijs voor hun producten krijgen
B
handel waarbij boeren in ontwikkelingslanden een betere prijs voor hun producten krijgen
C
handel waarbij tussen 2 mensen geld wordt wit gewassen
D
handel in grote steden waarbij een extra BTW wordt gebruikt

Slide 16 - Quizvraag

Een pak koekjes van bolletje 145 gram kost €2,95. Een pak koekjes van ah eigenhuismerk 195 gram kost€3,45.
Bereken voor beide de prijs per 100 gram

Slide 17 - Open vraag