Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
grammatica
Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Hoe kun je de PV in een zin vinden?
Slide 2 - Open vraag
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is de PV?
A
De postbode
B
gaf
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 3 - Quizvraag
Hoe kun je het onderwerp van de zin vinden?
Slide 4 - Open vraag
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het onderwerp?
A
De postbode
B
gaf
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 5 - Quizvraag
Hoe vindt je het WG in een zin?
Slide 6 - Open vraag
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het wg?
A
De postbode
B
gaf
C
het pakketje
D
aan de buren.
Slide 7 - Quizvraag
Hoe kan je het lijdend voorwerp in een zin vinden?
Slide 8 - Open vraag
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
De postbode
B
gaf
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 9 - Quizvraag
Grammatica
persoonsvorm
De zin in een andere tijd plaatsen; of een vraagzin maken.
onderwerp
Wie/wat + PV = OW
werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin die met het OW te maken hebben.
Lijdend voorwerp
Wie/wat + OW + WG = LV
Slide 10 - Tekstslide
Nog even oefenen
Slide 11 - Tekstslide
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
PV?
A
Laura
B
heeft
C
haar huiswerk
D
heeft, gemaakt
Slide 12 - Quizvraag
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
OW?
A
Laura
B
heeft
C
haar huiswerk
D
heeft, gemaakt
Slide 13 - Quizvraag
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
WG?
A
Laura
B
heeft
C
haar huiswerk
D
heeft, gemaakt
Slide 14 - Quizvraag
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
LV?
A
Laura
B
heeft
C
haar huiswerk
D
heeft, gemaakt
Slide 15 - Quizvraag
Hebben | jullie buren | ook | een dure vakantie | geboekt | via die site?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
jullie buren
B
een dure vakantie
C
geboekt
D
via de site
Slide 16 - Quizvraag
In een zin zit altijd een lijdend voorwerp?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (zoals op, in, aan, met, voor e.d.).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
maken
taalverzorging - grammatica opdracht 3 + 4
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1.7 grammatica
Augustus 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
3.7 grammatica lijdend voorwerp
Februari 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
3.7 grammatica lijdend voorwerp
Januari 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
2.7 grammatica zinsdelen HA1 lijdend voorwerp
November 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
W23 NE 2BL redekundig ontleden les 4; lijdend voorwerp (lv)
September 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2
pv-ow-gez-lv
Januari 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen lv
Februari 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2
Ljidend voorwerp - herhalen
Mei 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2