Thema 2.3: weefsels

2.3 Weefsels

Terugblik vorige les

Wat waren ook alweer de organen van planten?

• wortels, stengels, bladeren.

Wat is een orgaanstelsel ook alweer?

• Een groep organen die samenwerken aan dezelfde functie.

Houtachtig of kruidachtig?

Ga bij de volgende afbeeldingen staan als je denkt dat de plant houtachtig is en blijf zitten wanneer je denkt dat de plant kruidachtig is.

Houtachtig (staan), kruidachtig(zitten)?

Houtachtig (staan), kruidachtig(zitten)?

Houtachtig (staan), kruidachtig(zitten)?

Houtachtig (staan), kruidachtig(zitten)?

Houtachtig of kruidachtig?

Houtachtige planten: de stengels bevatten veel hout, daardoor zijn deze ook heel stevig.

- Struiken en bomen.

Kruidachtige planten: de stengels zijn alleen stevig wanneer de plant voldoende water kan opnemen.

2.3 Weefsels

Aan het einde van de les...

• Weet je dat een organisme bestaat uit cellen.
  
• Kun je de weefsels van mensen en planten noemen met hun functie. 

Groot naar klein (organisatieniveau's)

Cellen en weefsels

Cellen: de bouwstenen van een organisme.

Weefsel: een groep cellen van met dezelfde 

vorm en functie.

mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen = 4000x zoveel als dat er mensne op aarde leven.

Weefsels van mensen

Weefsel:

• Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Tussencelstof

Tussencelstof:

De stof tussen de cellen in
weefsels.

Typen tussencelstof:

-  Vloeistof

-  Harde stof (bijv. kalk)

kraakbeen en bot uitlegen, waarom wel en niet flexibel (opgave 7)

Weefsels van planten

Weefsels van planten

Opperhuid: de boven en onderkant van het
blad.

- één cellaag dik (roze in de afbeelding)

• Beschermt de plant tegen invloeden van buitenaf,

Huidmondjes: twee langwerpige cellen met daartussen een opening.

• Zorgt voor de opname van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide.
• Kan openen en sluiten (verdamping).

Jaarringen

Jaarring: laat zien hoeveel de boom in een
jaar gegroeid is:

- Licht van kleur = gegroeid in de lente.

- Donker van kleur = gegroeid in de zomer.

Cambium: een laag cellen (weefsel) dicht
onder de schors dat nieuw hout vormt 
richting het midden van de stam.

Aan de slag

Wat: Ga aan de slag met opdrachten 1 t/m 4, 8 en 9 op blz 122 - 114.

Hoe: Alleen, in stilte.

Hulp: lees eerst goed de tekst door en stel daarna je vraag.

Tijd: ...

Klaar?

- Probeer eens een samenvatting te maken van deze basisstof (opgave 5).

Leerdoelen:

• Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
• Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.