Tekstdoelen 1kt1

Lezen
Tekstdoelen


V1A

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen
Tekstdoelen


V1A

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke dag kom je teksten tegen: thuis, buiten en op school.

Bij fictie gaat het om verzonnen verhalen. Maar er zijn ook teksten over dingen die echt gebeurd zijn zoals bijvoorbeeld nieuwsberichten en reclames
Lezen of fictie?

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Kunnen
Je weet vier verschillende tekstdoelen.
Je kunt na deze les  tekstdoelen herkennen

Weten

Slide 3 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Welke teksten lees je thuis?
Waarom lees je deze teksten?

Wat weet je al?

Slide 4 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

• Wanneer is een tekst voor jou interessant?
• Wat is de bedoeling van de schrijver van een tekst? 
--> Tekstdoel

Wat weet je al?

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Tekstdoel
1

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel
De schrijver heeft zelf ook een bedoeling met zijn tekst. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. Als je het tekstdoel kent, begrijp je de tekst beter. 


=> de bedoeling van de schrijver

Uitleg tekstdoel
1

Slide 10 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Vier tekstdoelen
  1. Informeren - de schrijver wil de lezer iets nieuws vertellen.
  2. Overtuigen - de schrijver wil de lezer zijn mening ergens over geven.
  3. Instrueren - de schrijver wil de lezer iets leren of uitleggen.
  4. Activeren - de schrijver wil de lezer iets laten doen. Voorbeelden zijn een reclametekst, uitnodiging of advertentie.



Informeren - Overtuigen - Instrueren - Activeren
1

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Even oefenen: wat is het tekstdoel?
informeren
instrueren
overhalen

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Even oefenen: wat is het tekstdoel?
informeren
instrueren
activeren
Bron: Jeugdjournaal

Slide 13 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

We maken samen opdracht 1
Open je boek op blz. 110
1

Slide 14 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

1. Schrijf in je schrift bovenaan "blz. 110 Thema A - Lezen"
2. Maak opdracht 2 t/m 4, schrijf antwoorden op in schrift

Dit doen we de eerste 5 minuten in stilte! 

Zelfstandig werken, blz. 110
timer
10:00
1

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Leerdoel gehaald?

Slide 16 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Huiswerk

Slide 17 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.