In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
THEMA A
mens en dier
Log alvast in op LessonUp
Maak opdracht 1 op blz. 110.
Klaar? Verder in je leesboek!
§3 Tekstdoelen
timer
12:00
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt het verschil herkennen tussen activerende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.
Je kunt schrijven met een herkenbaar tekstdoel.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
In deze les:
Starten met Thema C;
de intro van Thema A bespreken;
in gesprek over de begrippen tekstdoel, informeren, activeren, overtuigen, instrueren.
werken aan een aantal opdrachten.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is ook alweer het verschil tussen fictie en non-fictie? Leg uit in je eigen woorden.
Slide 4 - Open vraag
Welke voorbeelden van fictie en non-fictie ken je nog? Probeer minstens twee te noemen.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Tekstdoelen en tekstsoorten
Een schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst. Hij heeft een tekstdoel. In totaal zijn er vijf tekstdoelen: amuseren, informeren, instueren, overtuigen, activeren.
Bepaal wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken. Zo kom je erachter met welke tekstsoort je te maken hebt. Lees je bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een gebruiksaanwijzing?
Slide 7 - Tekstslide
informeren
Een schrijver die als doel informeren heeft, wil dat jij iets te weten komt.
Denk aan tekstsoorten als nieuwsberichten en schoolboeken en artikelen.
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 8 - Tekstslide
instrueren
Een schrijver die als doel instrueren heeft, wil dat jij leert hoe je iets moet doen.
Denk aan tekstsoorten als gebruiksaanwijzingen, recepten en spelregels.
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 9 - Tekstslide
overtuigen
Een schrijver die als doel overtuigen heeft, wil dat jij zijn mening overneemt.
Denk aan tekstsoorten als recensies van een boek of film, een betoog, een ingezonden brief.
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 10 - Tekstslide
activeren
Een schrijver die als doel activeren heeft, wil dat jij iets (wel of niet) gaat doen.
Denk aan tekstsoorten als advertenties, flyers en adviezen.
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 11 - Tekstslide
Welk tekstdoel hoort bij de tekstsoort?
Sleep de tekstsoorten naar de juiste tekstdoelen.
activeren
amuseren
instrueren
overtuigen
recept
recensie
reclamefolder
roman
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Instrueren
Slide 13 - Sleepvraag
werk uit in je schrift!
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 1 bespreken!
blz. 110.
Slide 15 - Tekstslide
Wat?
Thema A: Mens en dier. §3 Tekstdoelen.
Opdracht 2 t/m 5 blz. 110-113.
Hoe?
In tweetallen, overleg fluisterend over de teksten!
Werk je antwoorden uit in volledige zinnen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
Tien minuten.
Klaar?
Verder in je leesboekof maak puzzel 15/16 op blz. 245-246 of opdracht 6.
Zelfstandig aan de slag met tekstdoelen!
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Je kunt het verschil herkennen tussen activerende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.
Je kunt schrijven met een herkenbaar tekstdoel.
Lesdoelen
Slide 17 - Tekstslide
Iedere schrijver heeft een schrijfdoel. Bij elk schrijfdoel horen verschillende tekstsoorten. Sleep het juiste doel naar de bijbehorende tekstsoort.
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Slide 18 - Sleepvraag
Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.