In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
hoofdstuk 8staling en halfwaardetijd
Slide 1 - Tekstslide
Par. 1 eigenschappen van straling
Slide 2 - Tekstslide
Par. 1 eigenschappen van straling
Slide 3 - Tekstslide
Par. 1 eigenschappen van straling
Slide 4 - Tekstslide
Par. 1 eigenschappen van straling
Slide 5 - Tekstslide
Par. 1 eigenschappen van straling
Slide 6 - Tekstslide
Isotopen
Bijvoorbeeld Koolstof
Koolstof heeft meestal 6 protonen en 6 neutronen
Maar er bestaat ook koolstof met 6 protonen en 8 neutronen
Binas tabel 32
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Radioactief
Een radioactief isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat deze kernen spontaan veranderen. Daarbij wordt straling uitgezonden.
Slide 9 - Tekstslide
Dit wordt gemeten met een geigenteller.
Slide 10 - Tekstslide
Ioniserende straling
Straling die moleculen kapot maakt.
- deeltjesstraling (alfa- en bètastraling)
- elektromagnetische straling (gammastraling en Röntgenstraling)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Halfwaardetijd - Halveringstijd
Instabiele atoomkernen raken energie (activiteit) kwijt naarmate de tijd verstrekt.
De halveringstijd geeft aan hoe lang het duurt voordat de activiteit van een instabiel atoom gehalveerd is.
Slide 13 - Tekstslide
Halfwaardetijd
Slide 14 - Tekstslide
Par. 2 radioactiviteit
Slide 15 - Tekstslide
Par. 2 radioactiviteit
Slide 16 - Tekstslide
Par. 2 radioactiviteit
Slide 17 - Tekstslide
Nieuwe lesstof Halfwaardetijd.
Kijk op het blad en zoek waar de halfwaardetijd staat.
Slide 18 - Tekstslide
Nieuwe lesstof Halfwaardetijd.
Kijk op het blad en zoek
waar de halfwaardetijd
staat.
Slide 19 - Tekstslide
Nieuwe lesstof Halfwaardetijd.
Kijk op het blad en zoek
waar de halfwaardetijd
staat.
Slide 20 - Tekstslide
is er een radioactieve koolstof soort (C) Geef aan wat de naam en nummer is en wat de halfwaardetijd is.
Slide 21 - Open vraag
is er een radioactieve jood soort (I) Geef aan wat de naam en nummer is en wat de halfwaardetijd is.
Slide 22 - Open vraag
Wat is halfwaardetijd van U-235J
Slide 23 - Open vraag
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over.
Slide 24 - Tekstslide
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over. Na 8 dagen is er 32 MBq over
Slide 25 - Tekstslide
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over. Na 8 dagen is er 32 MBq over
Na 16 dagen 16 MBq
Slide 26 - Tekstslide
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over. Na 8 dagen is er 32 MBq over
Na 16 dagen 16 MBq
Na 24 dagen 8 MBq
Slide 27 - Tekstslide
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over. Na 8 dagen is er 32 MBq over Na 32 dagen 4 MBq.
Na 16 dagen 16 MBq
Na 24 dagen 8 MBq
Slide 28 - Tekstslide
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over. Na 8 dagen is er 32 MBq over Na 32 dagen 4 MBq.
Na 16 dagen 16 MBq Na 40 dagen 2 MBq
Na 24 dagen 8 MBq
Slide 29 - Tekstslide
Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over.
Na 8 dagen is er 32 MBq over Na 32 dagen 4 MBq.
Na 16 dagen 16 MBq Na 40 dagen 2 MBq
Na 24 dagen 8 MBq
Je ziet dat omdat de halfwaardetijd 8 dagen is, dat de radio-actievewaarde telkens na 8 dragen door de helft gaat.
Slide 30 - Tekstslide
In een kerncentrale ontstaat 20 gram radioactief afval. Dit is de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief en heeft en halfwaardetijd van 24.000 jaar. Hoeveel gram plutonium-239 is er na 48.000 jaar nog over? schrijf je berekening op!!
Slide 31 - Open vraag
In een kerncentrale ontstaat 20 gram radioactief afval. Dit is de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief en heeft en halfwaardetijd van 24.000 jaar. Na hoeveel jaar is er minder dan 0,08 gramplutonium-239 over? Schrijf je berekening op!!