Week 19 les 1 half waarde tijd

 hoofdstuk 8staling en halfwaardetijd
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 hoofdstuk 8staling en halfwaardetijd

Slide 1 - Tekstslide

Par. 1 eigenschappen van straling 

Slide 2 - Tekstslide

Par. 1 eigenschappen van straling 

Slide 3 - Tekstslide

Par. 1 eigenschappen van straling 

Slide 4 - Tekstslide

Par. 1 eigenschappen van straling 

Slide 5 - Tekstslide

Par. 1 eigenschappen van straling 

Slide 6 - Tekstslide

Isotopen
Bijvoorbeeld Koolstof

Koolstof heeft meestal 6 protonen en 6 neutronen
Maar er bestaat ook koolstof met 6 protonen en 8 neutronen
Binas tabel 32

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Radioactief 
Een radioactief isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat deze kernen spontaan veranderen. Daarbij wordt straling uitgezonden.

Slide 9 - Tekstslide

Dit wordt gemeten met een geigenteller.

Slide 10 - Tekstslide

Ioniserende straling
Straling die moleculen kapot maakt.
- deeltjesstraling (alfa- en bètastraling)
- elektromagnetische straling (gammastraling en Röntgenstraling)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Halfwaardetijd - Halveringstijd
Instabiele atoomkernen raken energie (activiteit) kwijt naarmate de tijd verstrekt. 

De halveringstijd geeft aan hoe lang het duurt voordat de activiteit van een instabiel atoom gehalveerd is.

Slide 13 - Tekstslide

Halfwaardetijd

Slide 14 - Tekstslide

Par. 2 radioactiviteit

Slide 15 - Tekstslide

Par. 2 radioactiviteit

Slide 16 - Tekstslide

Par. 2 radioactiviteit

Slide 17 - Tekstslide

Nieuwe lesstof Halfwaardetijd. 
Kijk op het blad en zoek waar de halfwaardetijd staat. 

Slide 18 - Tekstslide

Nieuwe lesstof Halfwaardetijd. 
Kijk op het blad en zoek 
waar de halfwaardetijd 
staat. 

Slide 19 - Tekstslide

Nieuwe lesstof Halfwaardetijd. 
Kijk op het blad en zoek 
waar de halfwaardetijd 
staat. 

Slide 20 - Tekstslide

is er een radioactieve koolstof soort (C)
Geef aan wat de naam en nummer is en wat de halfwaardetijd is.

Slide 21 - Open vraag

is er een radioactieve jood soort (I)
Geef aan wat de naam en nummer is en wat de halfwaardetijd is.

Slide 22 - Open vraag

Wat is halfwaardetijd van U-235J

Slide 23 - Open vraag

Rekenen met halfwaardetijd



Neem deze tekst over. 

Slide 24 - Tekstslide

Rekenen met halfwaardetijd



Neem deze tekst over. 
Na 8 dagen is er 32 MBq over


Slide 25 - Tekstslide

Rekenen met halfwaardetijd



Neem deze tekst over. 
Na 8 dagen is er 32 MBq over
Na 16 dagen 16 MBq



Slide 26 - Tekstslide

Rekenen met halfwaardetijd



Neem deze tekst over. 
Na 8 dagen is er 32 MBq over
Na 16 dagen 16 MBq
Na 24 dagen 8 MBq


Slide 27 - Tekstslide

Rekenen met halfwaardetijd



Neem deze tekst over. 
Na 8 dagen is er 32 MBq over          Na 32 dagen 4 MBq.
Na 16 dagen 16 MBq                             
Na 24 dagen 8 MBq                              


Slide 28 - Tekstslide

Rekenen met halfwaardetijd



Neem deze tekst over. 
Na 8 dagen is er 32 MBq over          Na 32 dagen 4 MBq.
Na 16 dagen 16 MBq                             Na 40 dagen 2 MBq
Na 24 dagen 8 MBq                              


Slide 29 - Tekstslide

Rekenen met halfwaardetijd
Neem deze tekst over. 
Na 8 dagen is er 32 MBq over          Na 32 dagen 4 MBq.
Na 16 dagen 16 MBq                             Na 40 dagen 2 MBq
Na 24 dagen 8 MBq                              
Je ziet dat omdat de halfwaardetijd 8 dagen is, dat de radio-actievewaarde telkens na 8 dragen door de helft gaat. 

Slide 30 - Tekstslide

In een kerncentrale ontstaat 20 gram radioactief afval.
Dit is de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief en heeft en halfwaardetijd van 24.000 jaar.
Hoeveel gram plutonium-239 is er na 48.000 jaar nog over?
schrijf je berekening op!!

Slide 31 - Open vraag

In een kerncentrale ontstaat 20 gram radioactief afval. Dit is de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief en heeft en halfwaardetijd van 24.000 jaar.
Na hoeveel jaar is er minder dan 0,08 gramplutonium-239 over?
Schrijf je berekening op!!

Slide 32 - Open vraag

Opgaven
Maken van hoofdstuk  8 par, 2
opdrachten 23 t/m 28.  

Slide 33 - Tekstslide