Les 10 Straling en gezondheid

Les 10 Straling en gezondheid
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 10 Straling en gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht

Kijk je huiswerk na.

Slide 2 - Tekstslide

Ioniserende straling

In de vorige lessen hebben we geleerd dat ioniserende straling moleculen kapot kan maken. 

Slide 3 - Tekstslide

Radioactieve stoffen
Radioactieve stoffen zenden spontaan ioniserende straling uit.

Radioactieve stoffen vind je overal, meestal in kleine hoeveelheden: in de bodem, het water, in lucht, in gebouwen en zelfs in je lichaam.

Veel van deze stoffen zijn natuurlijk radioactief.

Slide 4 - Tekstslide

Men heeft ook geleerd om zelf nieuwe radioactieve stoffen te maken: 
kunstmatig radioactief

Slide 5 - Tekstslide

Waarnemen
Ioniserende straling kun je niet zien, horen of voelen. Je kunt hem alleen waarnemen met instrumenten.
B.v. de geigerteller

Slide 6 - Tekstslide

Stabiele en instabiele kernen
Stabiele kernen veranderen niet uit zichzelf en daardoor zijn deze stoffen niet radioactief.

Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Ze veranderen spontaan en zenden daarbij een kleine hoeveelheid straling uit: dit noemen we radioactief verval.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Activiteit
Activiteit = aantal kernen dat per seconde verandert.

Activiteit wordt gemeten in becquerel (Bq)

Activiteit kun je meten met een geigerteller. 
radioactief verval

Slide 9 - Tekstslide

Hoe meer kernen per seconde veranderen, hoe meer straling er wordt uitgezonden.

De activiteit van een hoeveelheid materiaal wordt steeds kleiner. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Halveringstijd (halfwaardetijd)
Halveringstijd is T
Na de halveringstijd:
- is de helft van de instabiele atoomkernen verdwenen (zij zijn vervallen en een ander soort atoom geworden)
- is de hoeveelheid straling ook met de helft verminderd (er blijven steeds minder instabiele kernen over)

Slide 12 - Tekstslide

Halveringstijd
De tijd die de helft van de kernen nodig heeft om te vervallen.
LET  OP: 
Na de tweede halveringstijd de helft van de helft.
Na de derde halveringstijd de helft van de helft van de helft.

Slide 13 - Tekstslide

Halveringstijd
Elke radioactieve isotoop heeft een eigen halveringstijd.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Halveringstijd
Na hoeveel seconden is de activiteit van deze stof gehalveerd? 

T = ?

Slide 16 - Tekstslide

Na hoeveel seconden is de activiteit van de stof op de vorige pagina gehalveerd?
A
8 seconde
B
40 seconde
C
15 seconde
D
16 seconde

Slide 17 - Quizvraag

Voorbeeld
De halveringstijd van jood (I-131) is 8 dagen. Artsen gebruiken dit om afwijkingen aan de schildklier te behandelen.
Het ziekenhuis ontvangt een hoeveelheid jood met een activiteit van 64 MBq. Dit betekent dat er elke seconde 64 miljoen atoomkernen veranderen. 
Bereken hoe groot de activiteit van I-131 na 40 dagen is. 
antwoord
start: 64 MBq
Na 8 dagen: 32 MBq
Na 16 dagen: 16 MBq (+ 8 dagen., want dan is de activiteit gehalveerd)
Na 24 dagen: 8 MBq (+ 8 dagen, want dan is de activiteit gehalveerd))
Na 32 dagen: 4 MBq ( enz.)
Na 40 dagen: 2 MBq

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht

Lees blz 185 (De halveringstijd)

Maak vraag 80 t/m 84

Slide 19 - Tekstslide

Kerncentrale

In een kerncentrale wordt warmte geproduceerd zodat er elektrische energie kan worden opgewekt.



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Opdracht

Maak de volgende opdracht in learningapp:

Vergeet niet in te loggen:

https://learningapps.org/display?v=puxtsq0ca18


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht

Lees blz 189 (De kernreactor)

Maak vraag 85 t/m 90

Slide 29 - Tekstslide