HNE Duits M2 Wörterbuch und lesen

Herzlich willkommen im Deutschunterricht
Heute:
Donnerstag 20. Juni 2024
Woche 25- Sommer 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen im Deutschunterricht
Heute:
Donnerstag 20. Juni 2024
Woche 25- Sommer 

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Wörterbuch
  • Lesen
  • Abschluß

Slide 2 - Tekstslide

Het gebruik van een woordenboek

Slide 3 - Tekstslide

Kijk mee!
Kijk naar het filmpje en let goed op...
Er volgen zo meteen vragen over de inhoud van het filmpje.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

1. Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?
A
afkortingen
B
verkleinwoord
C
zelfstandig naamwoord - enkelvoud
D
zelfstandig naamwoord - meervoud

Slide 6 - Quizvraag

2. De dame in het filmpje heeft het over de infinitief van een werkwoord. Wat is een infinitief eigenlijk?
A
vervoeging
B
de stam van een werkwoord
C
de ik-vorm
D
het hele werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

3. Er wordt steeds gesproken over de context. Wat is de context?
A
betekenis
B
samenhang
C
verband
D
achtergrond

Slide 8 - Quizvraag

SIGNAALWOORDEN
Dat zijn woorden die zeggen dat er wat gaat gebeuren!

Slide 9 - Tekstslide

6. also

A
dus
B
want
C
daarom
D
of

Slide 10 - Quizvraag

7. heute
A
nu
B
vandaag
C
vroeger
D
later

Slide 11 - Quizvraag

8. zum Beispiel

Slide 12 - Open vraag

9. aber

Slide 13 - Open vraag

10. weil

Slide 14 - Open vraag

Tot zover de signaalwoorden.
Nu verder met de werkwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de infinitief van het werkwoord in de zin?

De infinitief is het hele werkwoord.

Slide 16 - Tekstslide

11. Die Parkzeit ist unbegrenzt.
A
ist
B
sein
C
sind

Slide 17 - Quizvraag

12. Es regnet den ganzen Tag.
A
regen
B
regnen
C
regner

Slide 18 - Quizvraag

13. Du hast es richtig gesagt
A
hasen
B
haben
C
hasten

Slide 19 - Quizvraag

14. Er macht die Menschen neugierig.

Slide 20 - Open vraag

Dat was de infinitief.
Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.

Slide 21 - Tekstslide

Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.

Slide 22 - Tekstslide

16. Ausland
Schrijf betekenis nummer 1 op.

Slide 23 - Open vraag

Meerdere betekenissen

Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.
Kies de vertaling die het beste in de context past.

Slide 24 - Tekstslide

17. Verwaltung
Schrijf betekenis nummer 1 op.

Slide 25 - Open vraag

18. Parkschein
Welk lidwoord staat ervoor?

Slide 26 - Open vraag

19. Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over het thema leesvaardigheid?

Slide 27 - Open vraag

21. Berufswechsel

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

jetzt lesen

Slide 30 - Tekstslide

lesen: 
Hoe pak je het aan?

Slide 31 - Tekstslide

Danke euch!
Graag ontvang ik nog wat feedback!

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide