In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Over gameverslaving
Wanneer ben je verslaafd?
Wat is het nadeel van gamen?
Slide 2 - Tekstslide
Ouders moeten hun houding over gamen aanpassen
Wat zijn de positieve kanten van gamen?
Wat kun je ervan leren?
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je kent en herkent het verschil tussen feitelijke en niet-feitelijke argumentatieve uitspraken.
Je kent de verschillende argumentatiestructuren.
Je bent in staat om kritisch te kijken naar een betoog en je kunt de zwakken plekker eruit halen.
Slide 4 - Tekstslide
Aan de slag!
Lees de tekst en beantwoord de vragen 14-18
'Ouders moeten hun houding over gamen aanpassen'
(15 minuten)
Lees met je pen
Let op de volgende zaken:
Wat is het standpunt?
Wat zijn de argumenten?
Hoe is de argumentatiestructuur georganiseerd?
timer
15:00
Slide 5 - Tekstslide
Ouders moeten hun houding over gamen aanpassen
Gameverslaving is volgens de WHO een gezondheidsrisico, maar gamen heeft ook positieve effecten, betoogt Mirjam Baars.
[1] In de reportage ‘Help, mijn zoon woont in Fortnite’ (Magazine, 19 januari) belicht Bard van de Weijer hoe hij als ouder worstelt met het gamegedrag van zijn zoons. Interessant aan het artikel is dat Van de Weijer nu eens niet het inmiddels platgetreden gameverslavingsverhaal vertelt. Daarentegen verkent hij voorzichtig de positieve kanten van Fortnite.
[2] De reportage van Van de Weijer is een welkom geluid in de doorgaans verontrustende geluiden rondom Fortnite. Sinds de World Health Organization (WHO) dit voorjaar heeft vastgesteld dat gameverslaving een officieel gezondheidsrisico vormt, maken ouders zich namelijk geregeld zorgen.
[3] Volgens de WHO wordt gameverslaving gekenmerkt doordat game¬spelers het gevoel van zelfcontrole verliezen en ze de prioriteit aan ¬gamen geven boven andere activiteiten. Ook blijven ze in gamegedrag volharden hoewel dit negatieve gevolgen heeft voor hun sociale contacten en hun werk of studie.
[4] De WHO stelt dat gameverslaving in dezelfde categorie valt als gokverslaving. Ook stelt de WHO dat het niet zozeer gaat om het aantal uren dat ¬iemand gamet, maar dat het meer gaat om de mate waarin game¬gedrag alledaagse interesses en activiteiten overheerst.
Slide 6 - Tekstslide
[5] Uit wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de kans op gameverslaving bijzonder klein is. Uit dit onderzoek, dat gehouden is onder 573 jongeren, komt naar voren dat slechts 2 procent van de jongeren sterk afwijkend gamegedrag vertoont. Dit percentage is vergelijkbaar met het aandeel kansspelspelers dat gokverslaafd is.
[6] Ook komt uit dit onderzoek naar voren dat jongeren gemiddeld genomen ongeveer 10,5 uur per week gamen. In extreme gevallen is dit 63 uur per week. Volgens de onderzoekers moeten ouders zich pas zorgen gaan maken als duidelijk merkbaar is dat hun kind interesse verliest in andere activiteiten. Of als er ontwenningsverschijnselen optreden bij ‘niet spelen’.
[7] In het huidige digitaliserings¬tijdperk is het van belang dat ouders hun mindset over gamen aanpassen. Wat ouders zich vaak niet realiseren, is dat gamen veel positieve effecten heeft. Zo draagt gamen bij aan het ontwikkelen van 21th century skills. Het gaat hier om vaardigheden die momenteel in het onderwijs centraal staan, zoals samenwerkings- en taalvaardigheden. Bij het gamen ontwikkelen pubers deze vaardigheden spelenderwijs.
[8] Dat Fortnite een beroep doet op ¬samenwerkingsvaardigheden, zie ik als ouder bevestigd in gesprekken met mijn zoon. Zoonlief: ‘Tijdens het spelen in duo’s geef je elkaar voort¬durend aanwijzingen. Als je tegenstander een duo is dat elkaar goed kent en goed op elkaar ingespeeld is, is dit ¬lastig spelen. Je moet dan heel goed kunnen samenwerken met de andere persoon met wie je een duo vormt om het andere team te kunnen verslaan.’
Slide 7 - Tekstslide
9] Ook geeft mijn zoon aan dat Fortnite een beroep doet op je taalvaardigheid. ‘Tijdens het spelen zeg je ¬tegen elkaar waar de ander is en wat hij moet doen. Je begint het spel te spelen door een duo te vormen met een andere persoon die je niet kent. De persoon met wie je een duo vormt, is vrijwel nooit een Nederlander. Ik speel in de Europese service. Soms speel je met spelers die goed Engels spreken, maar het komt ook voor dat je medespeler gebrekkig Engels spreekt. Je moet dan inventief zijn om het spel toch goed te kunnen spelen.’
[10] Zoals het bovenstaande laat zien, is de kans dat Fortnite tot gameverslaving leidt bijzonder klein. Dit, gecombineerd met het feit dat Fortnite bijdraagt aan het ontwikkelen van relevante 21th century skills, maakt het van belang om als ouder ook naar de perspectiefrijke kant van Fortnite te kijken.
Mirjam Baars is gepromoveerd op talentontwikkeling en directeur van onderzoeksbureau SatisAction
Bron:, 22 januari 2020, Volkskrant https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/ouders-moeten-hun-houding-over-gamen-aanpassen~b25fe01b/
Slide 8 - Tekstslide
1. In alinea 3 en 4 worden 3 kenmerken genoemd die volgens de WHO bij een gameverslaafde horen. Welke zijn dat?
Let op!
Je antwoord wordt fout gerekend als je niet de letterlijke tekst intypt. Kijk dus goed of je de kernwoorden gebruikt die nodig zijn om het goede antwoord te geven.
Slide 9 - Open vraag
2. Vanaf welke alinea maakt deze tekst een draai van negatief naar positief?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 10 - Quizvraag
3. Wat is in alinea 7 het standpunt?
Slide 11 - Open vraag
5. Welk argument wordt daarvoor gegeven?
Slide 12 - Open vraag
6. Hoe noemen we zo’n argumentatiestructuur?
A
meervoudig
B
enkelvoudig
C
nevenschikkend
D
onderschikkend
Slide 13 - Quizvraag
7. Welke positieve kenmerken noemt de auteur in alinea 7?
Slide 14 - Open vraag
8. Welke functie hebben alinea 8 en 9 ten opzichte van alinea 7?
A
nuancering
B
voorbeeld
C
opsomming
D
uitwerking
Slide 15 - Quizvraag
9. In het slot van deze tekst staat: “Zoals het bovenstaande laat zien, is de kans dat Fortnite tot gameverslaving leidt bijzonder klein.” Een kritische lezer zou zich kunnen afvragen of deze conclusie juist is. Welk tegenargument zou je kunnen verzinnen?