Theorien over criminaliteit

Paragraaf 3 
De wetenschap over criminaliteit
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3 
De wetenschap over criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een theorie ?

- Een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.

In dit geval : 
' Hoe ontstaat criminaliteit ' 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen 

1: Er zijn 5 theorien over hoe criminaliteit is ontstaan
2: elk groepje krijgt een eigen theorie 
met informatie over waarom deze theorie is ontstaan en  ( paragraaf 3 criminaliteit BLZ 132,) 
3:  Vervolgens worden de groepjes door elkaar gegooid.
4. In elk groepje zit nu een "expert" van 1 theorie. Aan jou de taak om de theorie uit te leggen aan de andere leden van het groepje
5. De andere leden vullen deze theorie in op hun blad.
6. Hierna haal ik een willekeurig personen naar voren die uitleg moet geven over een willekeurige theorie

Slide 3 - Tekstslide

1. Persoonlijkheidstheorie
2. Bindingstheorie
3. Aaangeleerd-gedrag theorie
4. Etiketteringstheorie 
5. Gelegenheidstheorie 

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijkheidstheorie
-Gevolg van psychische stoornis. 
- er zijn twee oerdriften : 
Seks en agressie. Ook hebben wij een geweten. Ons geweten zegt : sla niet zomaar iemand in elkaar. 

- Als je je driften niet kan beheersen vertoon je sneller crimineel gedrag. 





Voorbeeld : 
- iemand met een psychische stoornis wordt sneller agresief en slaat iemand in elkaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Bindingstheorie 

-Bindingen die je hebt voorkomen dat je crimineel gedrag vertoont. 

Voorbeeld van bindingen : familie vrienden. 
Voorbeeld : 

-je stelt je ouders teleur

- Je gaat geen overal plegen omdat je bang bent dat  je dan niet meer voor je kind kan zorgen

Slide 6 - Tekstslide

Aangeleerd-gedrag theorie : 

Je neemt slechte dingen over van anderen zoals vrienden en familie. 

-je omgeving speelt een rol, je leert gedrag van anderen aan. 
Voorbeeld : 

Als je vrienden hebt die het gewoon vinden om te stelen ga jij dat ook makkelijker doen.

Slide 7 - Tekstslide

Etiketteringstheorie 

- Iemand die een etiket opgeplakt krijgt : bijvoorbeeld
bijvoorbeeld:  'je bent crimineel'

Gaat diegene zich daar ook naar gedragen. 
Voorbeeld : 

- Iedereen zegt dat je iets hebt gestolen, iedereen noemt je crimineel. En dan ga je je daar naar gedragen.

Slide 8 - Tekstslide

Gelegenheidstheorie 

Mensen kiezen wat het voordeligste is. Criminelen denken ook zo. "wat levert deze misdrijf mij op?' 

'Waar veel valt te halen, wordt veel gestolen.' 
Voorbeeld : 

- In een grote stad valt meer te halen, en is de pakkans kleiner ( wordt minder snel herkent ) ontstaat er sneller crimineel gedrag. 

(gelegenheid ) 

Slide 9 - Tekstslide

Van welke theorie is volgend filmpje een voorbeeld?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Van welke theorie was er in vorig filmpje vooral sprake?
A
aangeleerd-gedrag theorie
B
etiketteringstheorie
C
bindingstheorie
D
gelegenheidstheorie

Slide 12 - Quizvraag

Maken : werkboek 
Magister- leermiddelen 
maatschappijleer, thema criminaliteit 
Paragraaf 3. Lezen + maken

Slide 13 - Tekstslide