In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Welkom
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek
5 minuten de tijd.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Planning
welkom
terugblik bs. 1,4 en 5
uitleg 5.6
opdrachten maken
Slide 3 - Tekstslide
Skelet:
Geen skelet, uitwendig
skelet of inwendig
skelet.
Slide 4 - Tekstslide
1. Je kunt de botten benoemen in
een afbeelding van het skelet
Slide 5 - Tekstslide
Beenmerg
Vet
Stamcellen
Slide 6 - Tekstslide
Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren.
Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.
Veel spieren zorgen voor beweging.
Slide 7 - Tekstslide
Bouw van de spier:
Spieren bestaan uit cellen.
Cellen in spieren zijn spiervezels
een groep spiervezels vormen een spierbundel, hier omheen zit een vlies
Spieruiteinden zijn pezen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Spieren bewegen maar naar één kant
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier
Antagonistisch paar (buig & strekspier)
Slide 10 - Tekstslide
Beweging mogelijk maken:
aanhechting spieren via pezen
Slide 11 - Tekstslide
Aan het werk
10 minuten lezen 5.4 spieren
ZS
maken opdr 1 t/m 4 en 6
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Aan het werk
10 minuten lezen 5.6 blessures
ZS
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Welkom
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek
5 minuten de tijd.
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat hoort bij elkaar? Sleep ze naar elkaar toe
de arm is uit de kom
door een stomp heb ik een blauwe plek
het gewrichtskapsel en de kapselbanden zijn beschadigd
kneuzing
verzikking
ontwrichting
Slide 26 - Sleepvraag
Welke van onderstaande keuzes is een blessure aan bot of gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek
Slide 27 - Quizvraag
Welke blessure zie je in de afbeelding? Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht
A
Kneuzing
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Spierscheuring
Slide 28 - Quizvraag
Beschadiging van een weefsel, zonder dat er iets breekt of scheurt
A
Verzwikking
B
Kneuzing
C
Voetbalknie
Slide 29 - Quizvraag
Deze persoon heeft haar gewrichtskapsel te ver uitgerekt. Dit noemen wij een...?
A
Kneuzing
B
Ontwrichting
C
Verstuiking
D
Spierscheuring
Slide 30 - Quizvraag
Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën
Slide 31 - Quizvraag
Welke blessure is een vorm van RSI?
A
verzwikte enkel
B
muisarm
C
tenniselleboog
D
Zweepslag
Slide 32 - Quizvraag
Sharon heeft tijdens het skien haar scheenbeen gebroken en moet naar het ziekenhuis. hierna staat wat er in het ziekenhuis is gebeurt. zet ze op volgorden.
1
2
3
Sharon krijgt gipsverband om haar been.
De arts zet de scheenbeen op goede stand.
De arts laat een rontgenfoto maken.
Slide 33 - Sleepvraag
De arm is uit de kom
Blauwe plek door stomp
Enkel klapt dubbel
Onderbeen staat stil, bovenbeen draait
Een arts moet de botten zetten
Kuitspier is beschadigd bij een zweepslag
Botbreuk
Kneuzing
Ontwrichting
Spierscheuring
Voetbalknie
Verzwikking
Slide 34 - Sleepvraag
Aan het werk
thema 5 bs 6
maken opdracht 2,3,4 en 5
klaar? Check of je opdrachten van bs.1,4 en 5 af hebt.