Afsluitende quiz

Afsluitende quiz
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

Wat heb jij geleerd over het onderwerp? Test je kennis in de quiz!

Onderdelen in deze les

Afsluitende quiz

Slide 1 - Tekstslide

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Welk klimaat hebben wij niet in Europa?
A
het zeeklimaat
B
het Middellandse Zeeklimaat
C
het landklimaat
D
het toendraklimaat

Slide 2 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Waar is het het warmst op de aarde?
A
In Nederland
B
bij de evenaar
C
in het zuiden
D
in het noorden

Slide 3 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Is deze zin WAAR of NIET WAAR?
Hoe verder je omhoog gaat vanaf de evenaar, hoe kouder het wordt. 
A
WAAR
B
NIET WAAR, het is juist andersom. Hoe verder je omhoog gaat vanaf de evenaar, hoe warmer het wordt!

Slide 4 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
in welk klimaat vind je vooral loofbomen, zoals de eik, de berk, de wilg en de beuk?
A
het zeeklimaat
B
het Middellandse zeeklimaat
C
het landklimaat
D
het toendraklimaat

Slide 5 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Over welk klimaat heeft Scoop het? 
De zomers zijn niet heel warm en de winters niet heel koud.
A
het zeeklimaat
B
het Middellandse zeeklimaat
C
het landklimaat
D
het toendraklimaat

Slide 6 - Quizvraag

Heb jij het goed begrepen?
Welk klimaat past bij de omschrijving?
Slepen maar!
De zomers zijn warm en erg droog. De winters zijn zacht en juist nat. 
het landklimaat
het zeeklimaat
het Middellandse Zeeklimaat

Slide 7 - Sleepvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Wat is geen voorbeeld van een loofboom?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Heb jij het goed begrepen?
Welk klimaat past bij de omschrijving?
Slepen maar!
In dit klimaat heeft de zee geen invloed. Daardoor zijn de winters heel koud en zomers heel warm.
het landklimaat
het zeeklimaat
het Middellandse Zeeklimaat

Slide 9 - Sleepvraag

Heb jij het goed begrepen?
Wat past op de puntjes? 
Slepen maar!
.......................... kunnen goed tegen strenge winters. Ze hebben een dikke bast en kleine, wasachtige naalden. Daardoor verliezen ze minder water dan ................................
loofbomen
naaldbomen

Slide 10 - Sleepvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Hoe komt het dat het in Spanje vaak warmer is dan in Nederland?
A
Spanje heeft een landklimaat. Daardoor koelt het land niet af door de zee.
B
Spanje ligt dichter bij de evenaar.

Slide 11 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
WAAR of NIET WAAR?
Land warmt snel op én koelt snel af. Zeewater houdt veel langer dezelfde temperatuur vast.
A
WAAR
B
NIET WAAR, het land warmt juist heel langzaam op.

Slide 12 - Quizvraag


Heb jij het goed begrepen?
Er zijn meerdere dingen van invloed op het klimaat. Welke? Noem drie dingen.

Slide 13 - Open vraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Welke begroeiing vind je in landen die het Middellandse Zeeklimaat hebben?
A
Hier vind je vooral bomen en planten die groen blijven, zoals pijnbomen, kurkeiken en olijfbomen.
B
Hier vind je vooral bomen die hun blad in de winter verliezen, zoals de eik, de wilg en de beuk.

Slide 14 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Wat is het grootste verschil tussen het zeeklimaat en het Middellandse Zeeklimaat?
A
Bij het zeeklimaat is het temperatuurverschil tussen de zomer en winter erg groot. Dat is bij het Middellandse Zeeklimaat niet zo.
B
De hoeveelheid neerslag. Bij het Middellandse Zeeklimaat regent het in de winter vaker.

Slide 15 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Hoe komt het dat de zomers zo droog en de winters zo nat zijn in het Middellandse Zeeklimaat?
A
Dat komt omdat in de lucht warme lucht uit het zuiden en koude lucht uit het noorden botsen. Dat zorgt voor regen, onweer en orkanen in de winter. In de zomer verschuift deze zone omhoog en wordt het juist droog.
B
Het is precies andersom. De zomers zijn juist erg nat en de winters zijn erg droog.

Slide 16 - Quizvraag


Heb jij het goed begrepen?
Naar welk land zou jij het liefst op vakantie gaan in de zomer? Leg uit!

Slide 17 - Open vraag

              Tot de volgende keer!

Slide 18 - Tekstslide