In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
antwoorden in de chat
Herhalingsles H.3 De Franse revolutie
Slide 1 - Tekstslide
welke revolutie vond plaats voor de Franse revolutie?
A
russische revolutie
B
wetenschappelijke revolutie
C
agrarische revolutie
D
industriële revolutie
Slide 2 - Quizvraag
hoe wordt periode van de Verlichting ook wel genoemd?
A
de tijd dat er licht was
B
de eeuw van de rede
C
de eeuw van de wijsheid
D
de tijd van de ontdekkers
Slide 3 - Quizvraag
wie was geen verlichter?
A
montesquieu
B
john locke
C
diderot
D
napoleon
Slide 4 - Quizvraag
Montesquieu bedacht de trias politica. Wat is dat?
A
de vorst absolute macht heeft
B
verlichtend denken
C
scheiding van de 3 machten
D
vrijheid, gelijkheid en broederschap
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt de tijd voor de Franse revolutie ook wel genoemd?
A
tijd van absolute vorsten
B
oude tijd
C
Ancien regime
D
de tijd voor de Franse revolutie
Slide 6 - Quizvraag
wat is juist? de 3 standen zijn
A
adel- geestelijkheid- burgerij + arbeiders
B
geestelijkheid- adel- burgerij + arbeiders
C
koning-geestelijkheid-burgerij + arbeiders
D
adel - geestelijkheid - burgerij
Slide 7 - Quizvraag
veel vorsten heetten in die tijd Lodewijk. welke Lodewijk was koning van Frankrijk toen de Franse revolutie uitbrak?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XVI
C
Lodewijk XIIV
D
Lodewijk XVII
Slide 8 - Quizvraag
begin van de Franse revolutie wordt meestal aangeduid met een bepaalde gebeurtenis, welke? en wanneer was dat?
A
de val van de Eifeltoren in 1789
B
De val van de Sacre qoeur in 1789
C
de val van de Bastille in 1789
D
de val van le academy militaire
Slide 9 - Quizvraag
1789:de 3e stand is het niet eens met de besluiten die genomen worden in de Staten Generaal. Zij scheiden zich vervolgens af van de 1ste en 2e stand en vormen een soort van parlement. Hoe werd dat parlement genoemd?
A
Tweede Kamer
B
het Parlement
C
de Nationale vergadering
D
1ste kamer
Slide 10 - Quizvraag
1792 werd Koning Lodewijk XVI ter dood veroordeeld en onder de .......gelegd
A
galg
B
guillotine
C
hakbijl
D
katapult
Slide 11 - Quizvraag
hoe wordt de radicale fase genoemd 1793-1794. heel veel mensen werden vermoord.
A
radicale fase
B
terreur
C
genocide
D
burgeroorlog
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de Code Napoleon?
A
Een code die hij riep als de soldaten moesten aanvallen.
B
Het Franse burgerlijk wetboek uit 1804.
C
Het Franse burgelijk wetboek uit 1800.
D
Een code die hij riep als er gevaar was.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het Continentaal Stelsel?
A
Alle veroverde landen van Napoleon
B
De nieuwe grondwet
C
Een handelsverbod met Engeland
D
Het parlement van Frankrijk
Slide 14 - Quizvraag
Waar werd Napoleon niet verslagen?
A
Napoleon wordt verslagen in Rusland
B
Napoleon wordt verslagen bij Leipzig
C
Napoleon wordt verslagen in de Alpen
D
Napoleon wordt verslagen bij Waterloo
Slide 15 - Quizvraag
Napoleon werd in 1813 en in 1815 verbannen. Waarnaartoe?
A
1813: Corsica
1815: st.Helena
B
1813: st. Helena
1815: Elba
C
1813: st.Helena
1815: Corsica
D
1813: Elba
1815: st.Helena
Slide 16 - Quizvraag
wat wilden de patriotten niet?
A
nieuwe koning
B
nieuw bestuur
C
nieuwe grondwet
D
nieuw belastingssysteem
Slide 17 - Quizvraag
Welk begrip of persoon hoort niet bij de Bataafse Revolutie?