2.3 Ben je verzekerd?

Lesplanning
  • Terugblik op vorige les
  • Lesdoelen 
  • Uitleg paragraaf 2.3 (eerste deel)
  • Opdrachten maken 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lesplanning
  • Terugblik op vorige les
  • Lesdoelen 
  • Uitleg paragraaf 2.3 (eerste deel)
  • Opdrachten maken 

Slide 1 - Tekstslide

Bij een annuïteitenhypotheek los je iedere maand een vast bedrag af, waardoor de maandelijkse lasten snel afnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Waaruit bestaat een termijn bij een lening?
A
De kredietkosten
B
De looptijd en de aflossing.
C
De aflossing
D
Deel van schuld plus rente

Slide 3 - Quizvraag

Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is verzekeren?

Slide 5 - Open vraag

Wie van jullie heeft een verzekering?
A
Ja, ik.
B
Nee, ik niet.
C
Weet ik niet.

Slide 6 - Quizvraag

Voorbeelden verzekeringen
- Inboedelverzekering: om spullen in je huis te verzekeren
- Opstalverzekering: om schade aan je huis te verzekeren
- Zorgverzekering: verplicht om je tegen de meeste                 
                                       voorkomende zorgkosten te verzekeren
- Aanvullende zorgverzekering: niet verplichte extra verzekering
                                                                   die meer zorgkosten vergoed
                                                                   (zoals bril, fysiotherapie)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wel of geen verzekering?
  • Verzekerde / verzekeringsnemer
  • Risicoaversie: vermijden van risico
  • Risicospreiding: niet voor iedereen is het risico even groot
  • Solidariteit: mensen met weinig risico zijn bereid om te betalen voor mensen met een hoog risico

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat kost een verzekering?
Verzekeringskosten = premie + poliskosten +  assurantiebelasting
Voorbeeld:
Premie                                                                    € 50,00
Poliskosten                                                           €    7,50 +
                                                                                    € 57,50
Assurantiebelasting 21% van € 57,50       € 12,08 +
Verzekeringskosten                                          €69,58

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk 
Maken voor aanstaande donderdag:

Opgave 
38
39
40
41
42

Slide 14 - Tekstslide

Welkom 3 havo/vwo
H.2. Omgaan met geld
2.3 Ben jij verzekerd?

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen 

  • Je kunt uitleggen wat voor risico een verzekeringsmaatschappij loopt
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringsmaatschappijen hun risico's beperken

Slide 16 - Tekstslide

Inhoud van deze les 
1. Herhalen rekenopgave vorige les
2. Uitleg tweede gedeelte theorie paragraaf 2.3
3. Maken van een opdracht 
4. Werken aan het huiswerk 

Slide 17 - Tekstslide

Je sluit een premie af van €55,22. De poliskosten in het eerste jaar zijn €2,34. Welke verzekeringskosten betaal je in het eerste jaar?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

De kans dat je telefoon kapot gaat is 1 op 7. Een nieuwe telefoon kost €950. Wat is het risico per jaar?

Slide 20 - Open vraag

Risico's voor verzekeraar
  • Asymetrische informatie: verzekeraar weet minder dan de verzekerde --> informatie wordt achtergehouden.  
  • Moreel wangedrag / moral hazard: ik ben toch verzekerd, dus ik ga meer risico nemen.
  • Averechtse selectie: vooral mensen met een hoog risico verzekeren zich, bijvoorbeeld:
- jongeren met auto of scooter
- tweedehands goederen verzekeren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat kan verzekeraar hiertegen doen?
Om de risico's bij averechtse selectie te beperken kunnen verzekeraars:
- premiedifferentiatie voor risicogroepen (meer premie voor een groep met   hoog risico)
- eigen risico instellen
Verplicht eigen risico bij:
- zorgverzekering
- WA-verzekering voor motorvoertuigen 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat betekent asymetrische informatie voor de verzekeringsmaatschappij?
A
Verzekerde heeft andere informatie dan de verzekeraar
B
Je beschikt allebei niet over de juiste informatie
C
Verzekeraar heeft andere of minder informatie dan verzekerde
D
Verzekerde is iemand anders dan de verzekeringsnemer

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht
Maken in tweetallen de opdracht die verstuurd is naar jullie via Magister (deze staat in je mail). 

Je krijgt 10 minuten de tijd om de opgave te maken, daarna zullen wij het kort samen bespreken.


Klaar? Zelfstandig verder werken met de opgaven van paragraaf 2.3. 


Slide 27 - Tekstslide

Afsluiten

  • Je kunt uitleggen wat voor risico een verzekeringsmaatschappij loopt
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringsmaatschappijen hun risico's beperken


Donderdag: bespreken rekenopgaven, zorg dat deze af zijn!

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk 
HAVO en VWO: maken alle opgaven van paragraaf 2.3
Havo heeft al gemaakt t/m 42
Vwo heeft al gemaakt t/m 47

Slide 29 - Tekstslide