2.3 Ben je verzekerd?

Welkom 3 havo
H.2. Omgaan met geld
2.3 Ben jij verzekerd?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom 3 havo
H.2. Omgaan met geld
2.3 Ben jij verzekerd?

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Terugblik op vorige les
  • Lesdoelen 
  • Uitleg paragraaf 2.3
  • Kennis testen 
  • Opdracht maken
  • Bespreken opdracht
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Bij een annuïteitenhypotheek los je iedere maand een vast bedrag af, waardoor de maandelijkse lasten snel afnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Waaruit bestaat een termijn bij een lening?
A
De kredietkosten
B
De looptijd en de aflossing.
C
De aflossing
D
Deel van schuld plus rente

Slide 4 - Quizvraag

Je sluit een lineaire hypotheek af van € 220.000 tegen een rente van 2% en een looptijd van 30 jaar. Wat is de jaarlijkse rente aan het einde van het vijfde jaar?
A
€ 7333,33
B
€ 3666,66
C
€ 3813,33
D
€ 7629,60

Slide 5 - Quizvraag

Uitwerking
Stap 1: Bereken de jaarlijkse aflossing
220.000 ÷ 30 = 7.333,33
Stap 2: Bereken het beginbedrag van het vijfde jaar
4 x 7.333,33 = 29.333,32
220.000 - 29.333,32 = 190.666,68
Stap 3: Bereken de rente over het hele vijfde jaar
2% van 190.666,68 = 3.3813,33

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen dat door een verzekering financiële risico's beperkt   worden
  • Je kunt berekenen wat een verzekering kost
  • Je kunt afwegen waarom je wel of niet kiest om je te verzekeren
  • Je kunt uitleggen wat voor risico een verzekeringsmaatschappij loopt
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringsmaatschappijen hun risico's beperken

Slide 7 - Tekstslide

Wie kan er nu € 1000 op tafel leggen?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is verzekeren?

Slide 9 - Open vraag

Wie van jullie heeft een verzekering?
A
Ja, ik.
B
Nee, ik niet.
C
Weet ik niet.

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeelden verzekeringen
- Inboedelverzekering: om spullen in je huis te verzekeren
- Opstalverzekering: om schade aan je huis te verzekeren
- Zorgverzekering: verplicht om je tegen de meeste                 
                                       voorkomende zorgkosten te verzekeren
- Aanvullende zorgverzekering: niet verplichte extra verzekering
                                                                   die meer zorgkosten vergoed
                                                                   (zoals bril, fysiotherapie)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wel of geen verzekering?
  • Verzekerde / verzekeringsnemer
  • Risicoaversie: vermijden van risico
  • Risicospreiding: niet voor iedereen is het risico even groot
  • Solidariteit: mensen met weinig risico zijn bereid om te betalen voor mensen met een hoog risico
  • Afweging van kosten en risico 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat kost een verzekering?
Verzekeringskosten = premie + poliskosten +  assurantiebelasting
Voorbeeld:
Premie                                                                    € 50,00
Poliskosten                                                           €    7,50 +
                                                                                    € 57,50
Assurantiebelasting 21% van € 57,50       € 12,08 +
Verzekeringskosten                                          €69,58

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Risico voor verzekerde
Berekenen kosten van risico:
- kans op voorval x gemiddeld schadebedrag voorval

Voorbeeld:
De kans dat een kat naar de dierenarts moet voor een behandeling van een ziekte is 1 op 6 (dat betekent dat het gemiddeld eens in de zes jaar voorkomt). Een behandeling kost gemiddeld € 250. 
Het risico per jaar is  dan 1 ÷ 6 x €250 = €41,67
Als de premie lager is dan €41,67 kun je een verzekering overwegen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Risico's voor verzekeraar
  • Asymetrische informatie: verzekeraar weet minder 
  • Moreel wangedrag / moral hazard: ik ben toch verzekerd
  • Averechtse selectie: vooral mensen met een hoog risico verzekeren zich, bijvoorbeeld:
- jongeren met auto of scooter
- tweedehands goederen verzekeren

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat kan verzekeraar hiertegen doen?
Om de risico's bij averechtse selectie te beperken kunnen verzekeraars:
- premiedifferentiatie voor risicogroepen (meer premie voor een groep met   hoog risico)
- eigen risico instellen
Verplicht eigen risico bij:
- zorgverzekering
- WA-verzekering voor motorvoertuigen 
-> verplichte solidariteit

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat is risicoaversie?

Slide 25 - Tekstslide

Wat betekent asymetrische informatie voor de verzekeringsmaatschappij?
A
Verzekerde heeft andere informatie dan de verzekeraar
B
Je beschikt allebei niet over de juiste informatie
C
Verzekeraar heeft andere informatie dan verzekerde
D
Verzekerde is iemand anders dan de verzekeringsnemer

Slide 26 - Quizvraag

Gezonde mensen moeten evenveel premie betalen als risicogroepen
mee eens
neutraal
oneens

Slide 27 - Poll

Tijdens een storm valt er een boom van de buren in de vijver. Kun je deze schade vergoed krijgen via een inboedelverzekering of een opstalverzekering?
A
Inboedelverzekering
B
Opstalverzekering

Slide 28 - Quizvraag

Opdracht
Kies samen met je buurman/buurvrouw één product (of dienst) dat je wil verzekeren. Zoek daarna naar een verzekeraar die niet hetzelfde is als die van je buurman/buurvrouw.  Kijk naar de volgende punten, noteer die en vergelijk ze met elkaar:
                                                                                 - Wat is de premie?
                                                                                 - Wat zijn de poliskosten?
                                                                                 - Wat is de assurantiebelasting?
                                                                                 - Is er een eigen risico?
                                                                                 - Is er een vrijwillig eigen risico?
                                                                                 - Wanneer kun je opzeggen?
                                                                                 - Wat valt er onder de dekking?
Klaar? Zelfstandig verder werken.


Slide 29 - Tekstslide

Afsluiten
  • Je kunt uitleggen dat door een verzekering financiële risico's beperkt   worden
  • Je kunt berekenen wat een verzekering kost
  • Je kunt afwegen waarom je wel of niet kiest om je te verzekeren
  • Je kunt uitleggen wat voor risico een verzekeringsmaatschappij loopt
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringsmaatschappijen hun risico's beperken

Slide 30 - Tekstslide