AFP1 3 Ziektekundige begrippen
1 / 39
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waar zou het symptoom hoesten op kunnen duiden?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een aangeboren aandoening?
A
Niesziekte
B
Een gebroken poot
C
Heupdysplasie
D
Melkkliertumoren
Slide 19 - Quizvraag
Wat is geen symptoom van een ontsteking?
A
Pijn
B
Warmte
C
Zwelling
D
Bleekheid
Slide 20 - Quizvraag
Wat bedoelen we met een acute aandoening?
A
Ontstaan binnen enkele uren
B
Aandoening duurt langer dan 2 weken
C
De aandoening is ontstaan binnen enkele dagen
D
De aandoening gaat niet gepaard met symptomen
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent subklinisch?
A
Het dier maakt een ziekte door, met symptomen.
B
Het dier maakt geen ziekte door.
C
Het dier maakt een ziekte door, zonder symptomen.
D
Het dier maakt geen ziekte door, maar laat wel symptomen van ziekte zien.
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent atrofie?
A
Kleiner worden van weefsel
B
Toename van weefsel
C
Afsterven van weefsel
D
Verdubbeling van weefsel
