In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Afronden hoofdstuk 1
Ruilen over de tijd
Slide 1 - Tekstslide
de
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Afronden hoofdstuk 1
Ruilen over de tijd
Hoe leer jij voor een toets/examen?
Slide 5 - Tekstslide
Hoeveel uren/dagen/weken (vantevoren) spendeer je aan het voorbereiden voor een economietoets of examen?
Slide 6 - Open vraag
Ben je tevreden over de tijd die je gebruikt om te leren of vind je dat je anders/langer/korter/eerder zou moeten leren?
Slide 7 - Open vraag
Hoe leer jij voor een toets?
Slide 8 - Woordweb
Hoe leer je voor een toets?
Stof doorlezen (?) PowerPoints doorkijken (?)
Opdrachten maken (Examenvoorbereiding aan het einde van het hoofdstuk of herhalingsopdrachten aan het einde van iedere paragraaf)
Samenvatting maken per paragraaf (met kleurtjes)
Vragenlijst (toets) voor jezelf maken
Slide 9 - Tekstslide
Leren leren
Toets voor jezelf maken over H1: - (minimaal) 3 vragen bedenken per paragraaf + uitgebreid antwoord opschrijven - doel: stof beter snappen & voorbereid zijn op toetsvragen
Inleveren voor het einde van de les. - foto sturen van je zelfgemaakte toets of inleveren op papier met je naam
Voor inspiratie: - check de begrippenlijst op pagina 37 en maak vragen over die begrippen - check de lesdoelen (aan het einde van elke prf in je boek en in de PP's) - je mag een vraag uit het boek kopiëren als dat helpt de stof te snappen
Reflectie: wat vind je van deze manier van leren? is het anders? leer je meer/is het nuttig? kost het meer tijd?
Slide 10 - Tekstslide
Lever je toets in (met je naam)
Lever je toets in met je naam. Reflectie: wat vind je van deze manier van leren? is het anders dan hoe je normaal leert? leer je meer/is het nuttig? kost het meer tijd?
Slide 11 - Open vraag
Reflectie: wat vind je van deze manier van leren? is het anders dan hoe je normaal leert? leer je meer/is het nuttig? kost het meer tijd?
Slide 12 - Open vraag
1.1 Adviseer je aan overheden van arme landen om te investeren in menselijk kapitaal? Geef in je antwoord de betekenis van "menselijk kapitaal" en van "verdiencapaciteit".
Slide 13 - Open vraag
1.1 In welke twee categorieën kun je je "financiële situatie" opdelen? Geef per categorie 3 voorbeelden.
Slide 14 - Open vraag
1.1 Wat is het verschil tussen "levensloop" en "levensfase"?
Slide 15 - Open vraag
1.1 Wat heeft geld sparen op een bank te maken met rente?
Slide 16 - Open vraag
1.2 Welke 3 factoren zorgen voor een hogere rente en waarom?
Slide 17 - Open vraag
1.3 Wat is de vuistregel om reële rente te berekenen?
Slide 18 - Open vraag
1.3 Wat is de formule om de reële rente te berekenen?
Slide 19 - Open vraag
1.3 Wat is het antwoord van huiswerkopgave 36 p.29?